Home > Stiga > Lawn Mower > Stiga Lawn Mower 71503863 0 Operators Manual Dutch Version

Stiga Lawn Mower 71503863 0 Operators Manual Dutch Version

    Download as PDF Print this page Share this page

    Have a look at the manual Stiga Lawn Mower 71503863 0 Operators Manual Dutch Version online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 5898 Stiga manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.

    							1
    2
    3
    4 DEUTSCH ......................................... 1
    FRANÇAIS ........................................ 6
    ITALIANO ........................................ 11
    ČESKY ............................................ 16
    MAGYAR ......................................... 21
    POLSKI ........................................... 26
    SLOVENSKO .................................. 31
    NEDERLANDS ................................ 36
    SVENSKA ....................................... 41
    SUOMI ............................................ 46
    DANSK ............................................ 51
    NORSK ........................................... 56
    ENGLISH ........................................ 61
    ESPAÑOL ....................................... 66
    PORTUGUÊS .................................. 71
    êìëëäàâ ...................................... 76
    MOWING AHEAD
    www.stiga.com
    Manufactured by:
    GGP ITALY SPA - Via del Lavoro, 6 - 31033 Castelfranco Veneto (TV) - ITALY
    71503863/0
    B
    LWA
    (Year) . . . . . . . S/N° . . . . . . . . . . . . . . . .
    dB
    Model: . . . . . . . . . . . . . . . .
    Type: . . . . . . . . . . .
    Bedienungsanleitung
    Manuel d’utilisation
    Istruzioni per l’uso
    Návod k pouzivani
    Használati utasítás
    Instrukcje obsługi
    Navodila za uporabo
    Bedieningshandleiding
    Bruksanvisning
    Käyttöohjeet
    Brugsanvisning
    Bruksanvisnig
    Instructions for use
    Instrucciones de uso
    Instruçoes de utilização
    àÌÒÚÛ͈Ëfl ÔÓθÁÓ‚‡ÚÂÎflDE
    FR
    IT
    CZ
    HU
    PL
    SI
    NL
    SE
    FI
    DK
    NO
    GB
    ES
    PT
    RU
    45
    45SCOMBI
    A
    5       
    						
    							6
    8
    13
    7
    9
    12
    P
    R
    G
    J*
    1011
    «L»«R»
    45 Nm    
    						
    							NEDERLANDSNLNL
    VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN
    1) Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig door. Zorg
    dat u vertrouwd raakt met de bedieningsknoppen en u in
    staat bent de grasmaaier op de juiste wijze te gebruiken.
    Leer hoe u de motor snel kunt uitschakelen.
    2) Gebruik de grasmaaier uitsluitend voor het doel waar-
    voor hij is bestemd, dat wil zeggen voor het maaien en
    het opvangen van gras. Ieder doel waarvoor de gras-
    maaier wordt gebruikt dat niet uitdrukkelijk in de
    gebruiksaanwijzing wordt vermeld kan gevaarlijk zijn en
    zou de machine kunnen beschadigen.
    3) Laat kinderen of personen die deze gebruiksaanwij-
    zing niet gelezen hebben de grasmaaier niet gebruiken.
    De leeftijd van de gebruiker kan landelijk gereglemen-
    teerd zijn.
    4) Gebruik de grasmaaier in geen geval:
    – als er personen, met name kinderen of dieren in de
    buurt zijn;
    – als u onder invloed van medicijnen of alcohol e.d. bent
    omdat deze uw reactievermogen kunnen verminderen. 
    5) Denk eraan dat de gebruiker van de grasmaaier aan-
    sprakelijk is voor ongevallen en onvoorziene gebeurte-
    nissen die personen of hun eigendommen kunnen over-
    komen. 
    1) Tijdens het maaien dient u altijd stevige schoenen en
    een lange broek te dragen. Gebruik de grasmaaier niet
    met blote voeten of met open sandalen. 
    2) Controleer het gehele terrein dat u wilt maaien gron-
    dig en verwijder alles wat door de machine kan worden
    uitgestoten of de snijgroep en de motor zou kunnen
    beschadigen (zoals stenen, takken, ijzerdraad, botten
    e.d.).
    3) LET OP: GEVAAR! De benzine is bijzonder brandbaar:
    – bewaar de brandstof in speciale tanks;
    – giet de brandstof, met behulp van een trechter en
    alleen in de open lucht, in de tank. Tijdens deze hande-
    ling en bij het hanteren van de brandstof is het verboden
    te roken.
    – giet de brandstof in de tank vóórdat u de motor aan-
    zet: als de motor aanstaat of warm is mag u geen benzi-
    ne toevoegen of de dop van de benzinetank afdraaien;
    – als u benzine gemorst hebt mag u de motor niet star-
    ten maar dient u de grasmaaier uit de buurt van de plek
    waar u de benzine gemorst hebt te brengen en voorko-
    men dat er brand ontstaat. U dient te wachten totdat de
    brandstof verdampt is en de benzinedampen opgelost
    zijn;
    – draai de dop altijd weer goed op de benzinetank op de
    grasmaaier en het benzineblik.
    4) Vervang de geluiddempers als deze defect zijn.
    5) Vóór het gebruik dient u een algemene controle te
    verrichten en dient u met name de toestand van de mes-
    sen te controleren en dient u te kontroleren of de bouten
    en de messen niet versleten of beschadigd zijn. Vervang
    het beschadigde of versleten mes en/of bouten altijd
    samen, om ervoor te zorgen dat het maaidek in balans
    blijft. 
    B) VOOR HET GEBRUIK
    A) VOORBEREIDING
    6) Vóórdat u met het maaien begint, dient u de bescher-
    mingen te monteren (opvangzag en afschermkap).
    1) Start de motor niet in gesloten ruimten, waar zich
    gevaarlijke koolstofmonoxyde kan ontwikkelen. 
    2) Werk alleen bij daglicht of bij goed kunstlicht.
    3) Indien mogelijk, maai niet als het gazon nat is. 
    4) Kontroleer op een glooiend terrein altijd of u voldoen-
    de steunpunten heeft.
    5) Ren in geen geval, maar loop gewoon; laat u niet
    voorttrekken door de grasmaaier;
    6) Maai een helling altijd in de dwarsrichting en nooit van
    boven naar beneden.
    7) Pas goed op als u op een helling van richting veran-
    dert;
    8) Maai geen gazons die een helling van meer dan 20°
    hebben.
    9) Pas goed op als u de grasmaaier naar u toe haalt;
    10) Als de grasmaaier om vervoersredenen schuin
    gehouden moet worden, of als u de grasmaaier over een
    terrein verplaatst waar geen gras ligt, of als de gras-
    maaier van of naar het te maaien terrein verplaatst dient
    u het mes vast te zetten.
    11) Gebruik de grasmaaier nooit om gras te maaien als
    de beveiligingen beschadigd zijn, of zonder de grasop-
    vangzak of zonder de deflector.
    12) Wijzig de afstelling van de motor niet en laat het toe-
    rental van de motor niet buitengewoon hoog oplopen.
    13) Bij de modellen met voorttrekking, dient u vóórdat u
    de motor start de wielaandrijving uit te schakelen. 
    14) Start de motor voorzichtig volgens de aanwijzingen
    en houd uw voeten uit de buurt van het mes. 
    15) Houd de grasmaaier niet schuin bij het inschakelen.
    Schakel de grasmaaier op een vlakke ondergrond in
    waar geen obstakels zijn of hoog gras. 
    16) Kom niet met uw handen of voeten in de buurt van of
    onder de roterende gedeelten. Blijf altijd uit de buurt van
    de uitwerpopening. 
    17) Til de grasmaaier niet op of vervoer de grasmaaier
    niet terwijl de motor draait.
    18) Schakel de motor uit en koppel de bougiekabel los:
    – vóórdat u enige werkzaamheden onder het maaidek
    uitvoert of vóórdat u het uitwerpkanaal leegt;
    – vóórdat u de grasmaaier kontroleert, schoonmaakt of
    ermee werkt;
    – nadat u op een vreemd voorwerp gestoten bent, con-
    troleer of de grasmaaier beschadigd is en voer de nodi-
    ge reparaties uit vóórdat u de maaier opnieuw gebruikt;
    – als de grasmaaier op ongebruikelijke manier begint te
    trillen (probeert u onmiddellijk de oorzaak van het trillen
    te achterhalen en te verhelpen).
    19) Schakel de motor uit:
    – iedere keer als u de grasmaaier onbeheerd achterlaat.
    Haal bij de modellen die elektrisch bestuurd worden ook
    de sleutel eruit;
    – vóórdat u benzine bijtankt;
    – iedere keer als u de grasopvangzag verwijdert of
    opnieuw aanbrengt;
    – vóórdat u de maaihoogte afstelt.
    20) Neem gas terug vóórdat u de motor uitschakelt.
    Draai na het maaien de benzinetoevoer dicht, waarbij u
    de aanwijzingen in het motorinstructieboekje nauwkeu-
    rig dient op te volgen.
    C) TIJDENS HET GEBRUIK
    36 
    						
    							37
    NEDERLANDSNLNL
    21) Tijdens het maaien dient u altijd een veiligheidsaf-
    stand van het roterende mes in acht te nemen, afhanke-
    lijk van de lengte van de handgreep.
    1) Laat de bouten en de schroeven vastgedraaid zitten
    om er zeker van te zijn dat de machine altijd op een vei-
    lige manier gebruiksklaar is. Als u regelmatig onderhoud
    aan de grasmaaier pleegt zal de werking van de maaier
    veilig blijven en zal het prestatieniveau gelijk blijven. 
    2) Zet de grasmaaier niet met benzine in de tank in een
    ruimte waar de benzinedampen met vlammen, vonken
    of een warmtebron in aanraking zouden kunnen komen. 
    3) Laat de motor afkoelen vóórdat u de grasmaaier
    opbergt. 
    4) Om het brandgevaar zoveel mogelijk te beperken
    dient u de motor, de geluiddemper van het uitwerpme-
    chanisme, de accubak en de benzinetank vrij te houden
    van gras, bladeren of teveel vet. Laat geen zakken of
    bakken met gemaaid gras in de opslagruimte achter. 
    5) Controleer de deflector en de opvangzag regelmatig
    zodat u kunt controleren of deze onderdelen versleten of
    beschadigd zijn. 
    6) Als u de tank moet legen, dient u dit in de open lucht
    te doen en terwijl de motor koud is. 
    7) Trek werkhandschoenen aan als u het mes demon-
    teert en opnieuw monteert. 
    8) Zorg dat het maaidek opnieuw in balans wordt
    gebracht nadat het mes geslepen is.
    9) Gebruik de machine, uit veiligheidsoverwegingen,
    nooit met onderdelen die versleten of beschadigd zijn.
    De onderdelen moeten  vernieuwd en niet gerepareerd
    worden.  Altijd originele onderdelen gebruiken (de mes-
    sen moeten altijd gemerkt ziijn met dit teken  ).
    Onderdelen van andere kwaliteit  kunnen de machine
    beschadigen en kunnen gevaarlijk zijn voor de gebrui-
    ker. 
    10) Telkens wanneer de machine verplaatst, vervoerd of
    overgeheld moet worden, is het noodzakelijk:
    – stevige werkhandschoenen te dragen;
    – neem de machine vast op punten waar u een stevige
    grip hebt, rekening houdend met het gewicht en de
    spreiding van het gewicht.
    HET MILIEU
    Omwille van het milieu willen wij de volgende punten graag
    speciaal onder uw aandacht brengen: 
    • Gebruikte altijd acrylaatbenzine (zgn. milieubenzine).
    • Gebruikte altijd een trechter en/of een benzinejerrycan
    met een beveiliging tegen overlopen teneinde morsen bij
    het vullen van de benzinetank te vermijden.
    • Vul de benzinetank niet helemaal tot aan de rand.
    • Vul niet teveel motor- en/of transmissieolie bij.
    • Vang bij verversen alle gebruikte olie op. Niet morsen.
    Lever de olie in bij een recyclingsstation.
    • Gooi gebruikte oliefilters niet een afvalbak. Lever deze in
    bij een recyclingsstation. 
    D) ONDERHOUD EN OPSLAG
    • Gooi gebruikte loodaccu’s niet een afvalbak. Lever deze
    in bij een accuverzameldepot voor recycling (dit betreft
    door accu’s aangedreven machines en machines met
    accustart).
    • Vervang de geluiddemper als deze kapot is. Gebruik bij
    reparatie altijd originel reserveonderdelen.
    • Als de machine oorsprnkelijk is uitgerust met een kataly-
    sator en deze is kapot, monteer dan bij het vervangen een
    nieuwe katalysator.
    • Laat de carburateur indien nodig altijd door een vakman
    afstellen.
    • Reining hat luchtfilter ivereenkomstig de gegeven instruc-
    ties.
    • Wanneer de machine na een groot aantal jaren trouwe
    dienst moet worden vervangen of niet langer nodig is,
    raden wij u aan de machine voor recycling in te leveren bij
    uw dealer.
    PRODUCTIDENTITEIT
    De identiteit van het product wordt bepaald door het onder-
    deel-en serienummer van de machine.
    Zijn terug te vinden op deze sticker die op het chassis van
    de machine zit geplakt:
    Gebruik deze twee identiteitsaanduidingen bij al uw contac-
    ten met de servicewerkplaatsen en wanneer u reserve-
    onderdelen koopt.
    Na het uitpakken van de machine moet u deze nummers zo
    snel mogelijk op de laatste bladzijde van dit boekje schrij-
    ven.
    De fabrikant behoudt zich het recht voor om de producten
    te wijzigen zonder aankondiging vooraf.
    ART. NR➔SERIE NR.  
    						
    							38
    NEDERLANDSNLNL
    BELANGRIJK
    Voor de aanwijzingen met betrekking tot de motor en de
    accu, raadpleeg de specifieke handleidingen.
    Onderdelen met sterretje (*) zijn standaard voor sommige
    modellen en landen.
    Sommige modellen hebben geen gashendel. Het toerental
    van de motor is zodanig ingesteld dat de motor optimaal
    draait en de uitstoot van uitlaatgassen minimaal is.
    SYMBOLEN
    Op de machine ziet u de volgende symbolen om u eraan te
    herinneren dat voorzichtigheid en oplettendheid bij gebruik
    geboden is.
    Betekenis van de symbolen:
    Waarschuwing: Lees de gebruikaanwijzing vóórdat
    u deze maaier gebruikt.
    Waarschuwing! Houd omstanders op afstand. Kijk
    uit voor uit de machine weggeslingerde voorwer-
    pen.
    Waarschuwing! Zorg dat uw handen en voeten niet
    onder het maaidek kunnen komen als de machine
    loopt.
    Waarschuwing! Vóór het verrichten van reparaties
    eerst de bougiekabel losmaken van de bougie.
    INLEIDING
    GStart/stop-beugel
    JKoppelingsbeugel (*)
    MONTAGE
    STUUR
    Klap de stuurboom uit. Door het onderste gedeelte van de
    stuurboom vast te draaien in het onderste of bovenste gat
    (A of B) van de stuurbevestigingspunten, kan de hoogte van
    de stuurboom aan de operator worden aangepast (fig. 1).
    Haal de borgknoppen aan om het bovenste gedeelte van de
    stuurboom vast te zetten (fig. 2).
    Tenslotte de kabels strak langs het stuur spannen met
    behulp van de spanbandjes (fig. 3).
    Bevestig het starthandvat in het oog van het stuur (fig. 4).
    GRASOPVANGBAK
    Klik beide helften aan elkaar en klik daarna het bovenste
    gedeelte erop vast (afb. 5).
    Open de flap op de machine en bevestig de grasopvangbak
    op de houders.
    LET OP! U kunt de grasmaaier zonder grasopvangbak
    gebruiken. Het gras komt dan in een lijn achter uit de machi-
    ne.
    GEBRUIK VAN DE GRASMAAIER
    Uw nieuwe grasmaaier combineert twee functies in één
    machine:
    1. MULCHING
    De machine wordt geleverd met een plug (P), die is gemon-
    teerd in de grasuitworp (afb. 6). De grasmaaier kan worden
    gebruikt voor ‘Mulching’. Dit betekent dat het gras tijdens
    het maaien extra wordt fijngeknipt. Het gras valt dan op het
    gazon zodat het kan composteren. Het gazon wordt zo
    gevoed.
    Druk de vergrendeling (R- afb. 6) in om de plug te verwijde-
    ren. Als u de plug weer opnieuw wilt installeren moet u beide
    pinnen stevig in de gaten duwen zodat de plug op zijn plaats
    klikt.
    2. GRASOPVANG
    Monteer de bijgeleverde grasopvangbak (afb. 5). Open de
    flap, verwijder de plug en haak in plaats daarvan de grasop-
    vangbak aan de achterzijde van de machine.
    Tijdens het maaien wordt het gras in de bak opgevangen.
    Leeg de bak op de composthoop of verspreid het gras over
    de borders als voeding. 
    G
    J*  
    						
    							39
    NEDERLANDSNLNL
    3. UITWERPEN AAN ACHTERKANT
    Gebruik de maaier zonder de plug of de grasopvangbak
    (klep gesloten). Het gras wordt onversnipperd aan de
    achterkant uitgeworpen.
    STARTEN VAN DE MOTOR
    1. Zet de grasmaaier op een vlakke en vaste ondergrond.
    Start niet in lang gras.
    2. Zorg ervoor dat de bougiekabel aangesloten is op de
    bougie.
    3. Knijp de start/stop-beugel Gtegen de duwboom. LET
    OP! De start/stop-beugel Gingedrukt houden om de
    motor niet te laten stoppen (afb. 7).
    4. Pak de starthendel vast en start de motor door een snel-
    le ruk aan het startsnoer.
    5. Voor de beste maairesultaten de motor altijd op volgas
    gebruiken.
    MOTOR STOPPEN
    Direct na gebruik kan de motor bijzonder heet
    zijn. Raak de demper, de cilinder of de koelrib-
    ben niet aan. Dit kan ernstige brandwonden
    veroorzaken.
    Laat de start/stop-beugel Glos (afb. 7) om de motor te laten
    stoppen. 
    Wanneer de start/stopbeugel niet meer werkt,
    stop dan de motor door de bougiekabel los te
    maken van de bougie. Breng de grasmaaier
    onmiddellijk naar een erkende werkplaats voor
    reparatie.
    ACHTERWIELAANDRIJVING (*)
    Schakel de overbrenging in door de koppelingsbeugel J
    tegen de duwboom te drukken. Ontkoppel de overbrenging
    door de koppelingsbeugel Jlos te laten (afb. 7).
    SNIJHOOGTE
    Stel de maaihoogte niet zo laag in dat het
    mes/de messen in contact komen met onef-
    fenheden op de grond.
    De maaier is uitgerust met een éénhendelmechanisme voor
    het instellen van de maaihoogte (fig. 8). 
    Trek de hendel naar buiten en stel de maaihoogte in op de
    stand die het beste bij uw gazon past.ONDERHOUD
    BELANGRIJK – Een regelmatig en zorgvuldig onderhoud
    is van wezenlijk belang om de veiligheid en oorspronke-
    lijke prestaties van de machine in stand te houden.
    Draag sterke werkhandschoenen vóór elke reiniging, onder-
    houdsbeurt of afstelling van de machine.
    Indien het nodig is toegang te hebben tot de onderkant van
    de machine, wordt de machine uitsluitend overgeheld langs
    de zijde aangeduid op de handleiding van de motor, volgens
    de aangegeven instructies.
    SCHOONMAKEN
    Was de machine zorgvuldig na elk gebruik; verwijder gras en
    modder die zich opgehoopt hebben aan de binnenkant van
    het chassis, om te voorkomen dat deze ter plaatse drogen
    en de machine de daaropvolgende keer moeilijk gestart
    wordt.
    De laklaag aan de binnenkant van het chassis kan mettertijd
    loskomen door de schurende werking van het gemalen gras;
    mocht dit voorvallen, werk de laklaag dan tijdig bij met een
    roestvrije verf, om te voorkomen dat roest ontstaat dat het
    metaal aantast.
    Ieder seizoen moeten de aandrijfwielen (*) aan de binnenzij-
    de schoongemaakt worden. 
    Verwijder beide wielen. Verwijder met een borstel of pers-
    lucht gras en vuil van het tandwiel en de velg (afb. 9). 
    AANDRIJFAS (*) SMEREN
    Eens per seizoen de spie van de aandrijfas smeren.
    Verwijder het wiel (wielkap, schroef en afstandsring).
    Verwijder dan de borgveer en de afstandsring zodat het
    tandwiel van de aandrijfas gehaald kan worden. Smeer de
    spie met universeel vet. 
    Monteer de spie opnieuw (de spie moet links en rechts op
    een verschillende manier gemonteerd worden, afb. 10 - 11).
    Monteer het tandwiel zo dat «L» zichtbaar is aan de linker-
    zijde en «R» aan de rechterzijde (grasmaaier van de achter-
    zijde bekeken).
    AFSTELLEN VAN DE KOPPELINGSKABEL (*)
    Schakel de aandrijving in door de koppelingsbeugel  J(afb.
    7) tegen het stuur te drukken. Indien de machine niet in
    beweging komt na bediening van de kopelingsbeugel, moet
    de kabel bijgeregeld worden. 
    De kabel wordt geregeld volgens afb. 12.
    VERWISSELEN VAN DE MESSEN
    Maak de schroef los om het mes te vervangen (afb. 13).
    Monteer het nieuwe mes zo dat het gestanste STIGA-logo
    naar boven naar de mesbevestiging gericht is (niet naar het    
    						
    							40
    NEDERLANDSNLNL
    gras). Monteer opnieuw zoals aangeven op de afbeelding.
    Draai de schroef stevig vast. Aanhaalmoment 40 Nm.
    Bij het vervangen van een mes moet ook de mesbout wor-
    den vervangen.
    MESSEN SLIJPEN
    Eventuele slijpwerkzaamheden moeten worden uitgevoerd
    op een wet- of slijpsteen (nat slijpen).
    Uit veiligheidsoverwegingen mag het mes niet worden
    geslepen op een amarilschijf. Een te hoge temperatuur kan
    het mes broos maken.
    OPBERGEN
    Dezelfde benzine mag niet meer dan één maand in de tank
    blijven.
    Maak de grasmaaier goed schoon en zet hem binnen op een
    droge plaats.
    ONDERHOUD
    Originele reserveonderdelen worden geleverd door service-
    werkplaatsen en een groot aantal dealers.
    We raden u aan de machine één keer per jaar naar een
    erkende servicewerkplaats te brengen voor service, onder-
    houd en controle van de veiligheidsvoorzieningen.
    Voor service en reserveonderdelen moet u zich wenden tot
    de winkel waar u de machine gekocht heeft. 
    						
    All Stiga manuals Comments (0)

    Related Manuals for Stiga Lawn Mower 71503863 0 Operators Manual Dutch Version