Stiga Lawn Mower 71503904 0 Operators Manual Dutch Version
Have a look at the manual Stiga Lawn Mower 71503904 0 Operators Manual Dutch Version online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 5898 Stiga manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.

9 Risk för skärskador. Knivar i rörelse. Stick inte fötter eller hän- der i knivhuset. Leikkausvahinkojen vaara. Liikkuvat terät. Älä aseta jal- kojasi tai käsiäsi terätilaan. Risiko for skader.Knive i bevægelse. Stik ikke fødder eller hænder ind i rotorhuset. Fare for skjæreskader. Kniver i bevegelse. Føtter eller hender må ikke stikkes inn i knivhuset. Schneiderisiko.Messer in Bewegung. Führen Sie nicht Hände oder Füße in die Öffnung unter dem Schneidwerk. Danger of cutting.Blades in movement. Do not put hands or feet near the blades. Risque de coupure.Lame tournante. Ne pas introduire les mains et les pieds dans l’enceinte de lame. Risico dat u zichzelf snijdt. Het mes is in beweging. Houd uw handen of uw voeten in geen geval in de buurt van of onder de opening van het mes. Rischio di tagli.Lame in movimento. Non introdurre mani o piedi all’interno dell’alloggiamento lama.Riesgo de corte.Cuchillas en movimiento. No introducir las manos o los pies en el alojamiento de la cuchilla. Perigos de cortes. Lâminas em movimento. Nunca intro- duzir mãos ou pés no interior do alojamento da lâmina. Niebezpieczeństwo skaleczenia. Noże w ruchu. Nie należy wkładać rąk lub stóp pomiędzy noże. SagriešanÇs risks. Asmens ir kust¥gs. Nelieciet rokas vai kÇjas iekšÇ nodal¥jumÇ, kur atrodas asmens. Pavojus ∞sipjauti. Judanãios geležtòs. Nekišti rank ar koj ∞ geležtòs nišà. Ç ÇÌ ÌË ËÏ Ï‡ ‡Ì ÌË Ë Â: : éÔ‡ÒÌÓÒÚ¸ ÔÓÂÁÓ‚. Ñ‚ËÊÛ˘ËÂÒfl ÌÓÊË. ç ‚ÒÚ‡‚ÎflÚ¸ ÛÍË ËÎË ÌÓ„Ë ‚ÌÛÚ¸ ‚˚ÂÏÍË ‰Îfl ÌÓÊÂÈ. Riziko úrazu pořezáním nožem v pohybu, nevsunujte ruce nebo nohy do prostoru rotujícího nože. Nevarnost ureznin: Rezila se premikajo. Ne vtikajte rok ali nog v bližino ali pod rezilo. Obs: Dra ut tändstiftets huv och läs instruktionerna före varje underhållningsarbete eller repara- tion. Huomio:Irrota sytytystulpan suojus ja lue ohjeet ennen huoltoa tai korjausta. Vigtigt: Fjern tændrørsledningen fra tændrøret og læs vej- ledningen inden påbegyndelse af reparation eller vedlige- holdelse. Obs: Trekk ut tennplugghodet og les instruksjonene før hvert vedlikeholdsarbeide eller reparasjon. Achtung:Nehmen Sie die Zündkerzenkappe ab und lesen Sie die Anweisungen bevor Sie jede Wartung- oder Reparaturarbeit beginnen. Warning: Remove the spark plug lead and read instruc- tions before carrying out any repair or maintenance. Attention:Débrancher le capuchon de bougie et consulter le livret dinstructions avant tout travail d’entretien ou de réparation. Waarschuwing: Neem de bougiekap van de bougle voor u onderhoud of reparaties aan uw maaier uitvoert. Attenzione:Scollegare il cappuccio della candela e legge- re le istruzioni prima di effettuare qualsiasi operazione di manutenzione o riparazione. Atención: Desconectar el casquillo de la bujía y leer las intrucciones antes de efectuar cualquier operación de manutención o reparación. Cuidado: Desligar a tampa da vela e ler as instruções antes de efectuar qualquer operação de manutenção ou reparação.Uwaga:Przed przystąpieniem do konserwacji lub naprawy należy odłączyć końcówkę przewodu wysokiego napięcia ze świecy zapłonowej oraz przeczytać instrukcję obsługi. Uzman¥bu: Pirms sÇkat jebkÇdus apkopes vai remonta dar- bus, atvienojiet sveces apvalku un izlasiet instrukciju. Dòmesio:prieš atlikdami bet kokius priežiros ar taisymo darbus, atjunkite žvakòs gaubtà ir perskaitykite instrukcijas. Ç ÇÌ ÌË ËÏ Ï‡ ‡Ì ÌË Ë Â: : éÚÒÓ‰ËÌËÚ¸ ÍÓÎÔ‡˜ÓÍ Ò‚Â˜Ë Ë ÔÓ˜ÂÒÚ¸ ËÌÒÚÛ͈ËË ‰Ó ‚˚ÔÓÎÌÂÌËfl ͇ÍËı-ÎË·Ó ÓÔ‡ˆËÈ ÔÓ ÚÂıÓ·ÒÎÛÊË‚‡Ì˲ ËÎË ÂÏÓÌÚÛ. Pozor: Před vykonáním jakékoli údržby nebo opravy si přečtěte pozorně návod a sejměte kabelovou koncovku ze zapalovací svíčky. Pozor: Iztaknite kapico svečke in preberite navodila, pre- den izvršite kakršen koli poseg vzdrževanja ali popravil. CG rsb SPAt/Sti 71503904/0 11-11-2005 14:54 Pagina 9

24 VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTENVOOR GEBRUIK ZORGVULDIG DOORLEZEN 1) Lees de gebruiksaanwijzing aandachtig door. Zorg dat u vertrouwd raakt met de bedieningsknoppen en u in staat bent de grasmaaier op de juiste wijze te gebruiken. Leer hoe u de motor snel kunt uitschakelen. 2) Gebruik de grasmaaier uitsluitend voor het doel waarvoor hij is bestemd, dat wil zeggen voor het maaien en het opvangen van gras. Ieder doel waarvoor de grasmaaier wordt gebruikt dat niet uitdrukkelijk in de gebruiksaanwijzing wordt vermeld kan gevaarlijk zijn en zou de machine kunnen beschadigen. 3) Laat kinderen of personen die deze gebruiksaanwijzing niet gelezen hebben de grasmaaier niet gebruiken. De leeftijd van de gebruiker kan landelijk gereglementeerd zijn. 4) Gebruik de grasmaaier in geen geval: – als er personen, met name kinderen of dieren in de buurt zijn; – als u onder invloed van medicijnen of alcohol e.d. bent omdat deze uw reactievermogen kunnen verminderen. 5) Denk eraan dat de gebruiker van de grasmaaier aansprakelijk is voor ongevallen en onvoorziene gebeurtenissen die personen of hun eigen- dommen kunnen overkomen. 1) Tijdens het maaien dient u altijd stevige schoenen en een lange broek te dragen. Gebruik de grasmaaier niet met blote voeten of met open sandalen. 2) Controleer het gehele terrein dat u wilt maaien grondig en verwijder alles wat door de machine kan worden uitgestoten of de snijgroep en de motor zou kunnen beschadigen (zoals stenen, takken, ijzerdraad, botten e.d.). 3) LET OP: GEVAAR! De benzine is bijzonder brandbaar: – bewaar de brandstof in speciale tanks; – giet de brandstof, met behulp van een trechter en alleen in de open lucht, in de tank. Tijdens deze handeling en bij het hanteren van de brandstof is het verboden te roken. – giet de brandstof in de tank vóórdat u de motor aanzet: als de motor aanstaat of warm is mag u geen benzine toevoegen of de dop van de benzinetank afdraaien; – als u benzine gemorst hebt mag u de motor niet starten maar dient u de grasmaaier uit de buurt van de plek waar u de benzine gemorst hebt te brengen en voorkomen dat er brand ontstaat. U dient te wachten tot- dat de brandstof verdampt is en de benzinedampen opgelost zijn; – draai de dop altijd weer goed op de benzinetank op de grasmaaier en het benzineblik. 4) Vervang de geluiddempers als deze defect zijn. 5) Vóór het gebruik dient u een algemene controle te verrichten en dient u met name de toestand van de messen te controleren en dient u te kontroleren of de bouten en de messen niet versleten of beschadigd zijn. Vervang het beschadigde of versleten mes en/of bouten altijd samen, om ervoor te zorgen dat het maaidek in balans blijft. 6) Vóórdat u met het maaien begint, dient u de beschermingen te mon- teren (opvangzag en afschermkap). 1) Start de motor niet in gesloten ruimten, waar zich gevaarlijke kool- stofmonoxyde kan ontwikkelen. 2) Werk alleen bij daglicht of bij goed kunstlicht. 3) Indien mogelijk, maai niet als het gazon nat is. 4) Kontroleer op een glooiend terrein altijd of u voldoende steunpunten heeft. 5) Ren in geen geval, maar loop gewoon; laat u niet voorttrekken door de grasmaaier; 6) Maai een helling altijd in de dwarsrichting en nooit van boven naar beneden. 7) Pas goed op als u op een helling van richting verandert; 8) Maai geen gazons die een helling van meer dan 20° hebben. 9) Pas goed op als u de grasmaaier naar u toe haalt; 10) Als de grasmaaier om vervoersredenen schuin gehouden moet wor- den, of als u de grasmaaier over een terrein verplaatst waar geen gras ligt, of als de grasmaaier van of naar het te maaien terrein verplaatst dient u het mes vast te zetten. 11) Gebruik de grasmaaier nooit om gras te maaien als de beveiligingen beschadigd zijn, of zonder de grasopvangzak of zonder de deflector. C) TIJDENS HET GEBRUIK B) VOOR HET GEBRUIK A) VOORBEREIDING NL12) Wijzig de afstelling van de motor niet en laat het toerental van de motor niet buitengewoon hoog oplopen. 13) Bij de modellen met voorttrekking, dient u vóórdat u de motor start de wielaandrijving uit te schakelen. 14) Start de motor voorzichtig volgens de aanwijzingen en houd uw voe- ten uit de buurt van het mes. 15) Houd de grasmaaier niet schuin bij het inschakelen. Schakel de grasmaaier op een vlakke ondergrond in waar geen obstakels zijn of hoog gras. 16) Kom niet met uw handen of voeten in de buurt van of onder de rote- rende gedeelten. Blijf altijd uit de buurt van de uitwerpopening. 17) Til de grasmaaier niet op of vervoer de grasmaaier niet terwijl de motor draait. 18) Schakel de motor uit en koppel de bougiekabel los: – vóórdat u enige werkzaamheden onder het maaidek uitvoert of vóór- dat u het uitwerpkanaal leegt; – vóórdat u de grasmaaier kontroleert, schoonmaakt of ermee werkt; – nadat u op een vreemd voorwerp gestoten bent, controleer of de gras- maaier beschadigd is en voer de nodige reparaties uit vóórdat u de maaier opnieuw gebruikt; – als de grasmaaier op ongebruikelijke manier begint te trillen (probeert u onmiddellijk de oorzaak van het trillen te achterhalen en te verhelpen). 19) Schakel de motor uit: – iedere keer als u de grasmaaier onbeheerd achterlaat. Haal bij de modellen die elektrisch bestuurd worden ook de sleutel eruit; – vóórdat u benzine bijtankt; – iedere keer als u de grasopvangzag verwijdert of opnieuw aanbrengt; – vóórdat u de maaihoogte afstelt. 20) Neem gas terug vóórdat u de motor uitschakelt. Draai na het maai- en de benzinetoevoer dicht, waarbij u de aanwijzingen in het motorin- structieboekje nauwkeurig dient op te volgen. 21) Tijdens het maaien dient u altijd een veiligheidsafstand van het rote- rende mes in acht te nemen, afhankelijk van de lengte van de hand- greep. 1) Laat de bouten en de schroeven vastgedraaid zitten om er zeker van te zijn dat de machine altijd op een veilige manier gebruiksklaar is. Als u regelmatig onderhoud aan de grasmaaier pleegt zal de werking van de maaier veilig blijven en zal het prestatieniveau gelijk blijven. 2) Zet de grasmaaier niet met benzine in de tank in een ruimte waar de benzinedampen met vlammen, vonken of een warmtebron in aanraking zouden kunnen komen. 3) Laat de motor afkoelen vóórdat u de grasmaaier opbergt. 4) Om het brandgevaar zoveel mogelijk te beperken dient u de motor, de geluiddemper van het uitwerpmechanisme, de accubak en de benzine- tank vrij te houden van gras, bladeren of teveel vet. Laat geen zakken of bakken met gemaaid gras in de opslagruimte achter. 5) Controleer de deflector en de opvangzag regelmatig zodat u kunt controleren of deze onderdelen versleten of beschadigd zijn. 6) Als u de tank moet legen, dient u dit in de open lucht te doen en ter- wijl de motor koud is. 7) Trek werkhandschoenen aan als u het mes demonteert en opnieuw monteert. 8) Zorg dat het maaidek opnieuw in balans wordt gebracht nadat het mes geslepen is. Alle handelingen aan het maaidek (demontage, slijpen, in balans brengen, hermontage en/of vervanging) vergen een welbe- paalde vaardigheid en het gebruik van speciaal gereedschap; uit veilig- heidsoverwegingen, dienen deze handelingen bijgevolg uitgevoerd te worden in een gespecialiseerd servicecentrum. 9) Gebruik de machine, uit veiligheidsoverwegingen, nooit met onderde- len die versleten of beschadigd zijn. De onderdelen moeten vernieuwd en niet gerepareerd worden. Altijd originele onderdelen gebruiken (de messen moeten altijd gemerkt ziijn met dit teken ). Onderdelen van andere kwaliteit kunnen de machine beschadigen en kunnen gevaarlijk zijn voor de gebruiker. 1) Telkens wanneer de machine verplaatst, geheven, vervoerd of over- geheld moet worden, is het noodzakelijk: – stevige werkhandschoenen te dragen; – neem de machine vast op punten waar u een stevige grip hebt, reke- ning houdend met het gewicht en de spreiding van het gewicht; – doe een beroep op een toereikend aantal personen die het gewicht van de machine kunnen heffen, volgens de kenmerken van het trans- portmiddel of de plaats waar de machine opgenomen of opgesteld moet worden. E) TRANSPORT EN VERPLAATSING D) ONDERHOUD EN OPSLAG CG rsb SPAt/Sti 71503904/0 11-11-2005 14:54 Pagina 24

25 GEBRUIKSVOORSCHRIFTEN OPMERKING – De machine kan geleverd worden met enkele reeds gemonteerde elementen. Beide onderste knoppen (1) en de schroeven (3) van de steunen van de handgreep halen. Het onderste gedeelte van de handgreep (2), die reeds voorgemonteerd is, opnieuw in de werkstand brengen en vastmaken met behulp van de onderste hendels (1) en meegeleverde schroeven (3), waarbij u erop dient te letten dat de centreerringen (4) op de juiste plaats komen. De moeren (5) vastschroeven. Het bovenste gedeelte (6) opnieuw in de werkstand bren- gen met behulp van de meegeleverde schroeven (7), waar- bij u erop dient te letten dat de geleidespiraal (8) van de aantrekkabel op de juiste plaats komt. De stuurkabels met behulp van de klemmetje (9) op de aangegeven plaats vastmaken. De mof van de elektrische kabel (indien voorzien) met behulp van de riempjes (10) in de aangewezen positie vastzetten. Het frame (1) in de zak (2) voeren en alle plastic pro- fielen (3), aanhaken met behulp van een schroevendraaier, zoals op de figuur wordt aangeduid. Met het omgekeerd plastic gedeelte (4), de omtrekboord (5) van het zeildoek tot op het einde toe invoeren in de gleuf van het plastic gedeelte (4) vertrekkend 5–7 mm van de uiteinden. Bij de modellen die van een elektrisch startmecha- nisme zijn voorzien, dient u de kabel van de accu op de klem van de algemene bedrading van de grasmaaimachine aan te sluiten. De twee startsleutels losmaken die vastge- maakt zijn aan het bovenste gedeelte van de handgreep. Het gashendel (indien aanwezig) wordt door middel van de hendel (1) bediend. De standen van de hendel blij- ken uit het betreffende plaatje. Sommige modellen beschikken over een motor met een vast toerental, waarbij u geen gaspedaal nodig heebt (2). De rem van het mes wordt door de hendel (1) bediend die tegen de handgreep aan getrokken moet wor- den om de machine te starten en tijdens de werking aan- getrokken moet blijven. Als u de hendel los laat slaat de motor af. Bij de modellen met tractie kunt u de grasmaaima- chine inschakelen door de hendel (1) tegen de handgreep aan te duwen. De grasmaaimachine gaat niet meer vooruit als u de hendel los laat. U kunt de hoogte afstellen met behulp van de hen- del (1). U MAG DIT ENKEL DOEN ALS HET MES STIL STAAT. De deflector optillen en de harde zak (1) correct vasthaken, zoals blijkt uit de afbeelding. Om de machine aan te zetten dient u de aanwijzin- gen die in het motorboekje vermeld staan zorgvuldig na te leven. Daarna de hendel (1) van de rem van het mes tegen de handgreep aantrekken en een krachtige ruk aan de aan- trekkabel (2) geven. 3.2 3.1 3. MAAIEN VAN HET GRAS 2.4 2.3 2.2 2.1 2. BESCHRIJVING VAN DE BEDIENINGSKNOPPEN 1.3 1.2 1.1 1. EERST ALLE ONDERDELEN MONTEREN NLBij de modellen die van een elektrisch startmechanisme zijn voorzien dient u het contactsleuteltje (3) om te draaien. Het gazon zal er mooier uitzien als u het gras steeds op dezelfde hoogte maait en in afwisselende richting. Na gebruik van de machine dient u de hendel (1) van de rem los te laten en het kapje van de bougie (2) te verwijderen. Bij de modellen die van een contact zijn voor- zien dient u het contactsleuteltje (3) eruit te nemen. WACH- TEN TOTDAT HET SNIJSYSTEEM STIL STAAT vóórdat u welke ingreep dan ook verricht. BELANGRIJK – Een regelmatig en zorgvuldig onder- houd is van wezenlijk belang om de veiligheid en oor- spronkelijke prestaties van de machine in stand te hou- den. 1) Draag sterke werkhandschoenen vóór elke reiniging, onderhoudsbeurt of afstelling van de machine. 2) Was de machine zorgvuldig na elk gebruik; verwijder gras en modder die zich opgehoopt hebben aan de binnenkant van het chassis, om te voorkomen dat deze ter plaatse drogen en de machine de daaropvolgende keer moeilijk gestart wordt. 3) De laklaag aan de binnenkant van het chassis kan met- tertijd loskomen door de schurende werking van het gemalen gras; mocht dit voorvallen, werk de laklaag dan tijdig bij met een roestvrije verf, om te voorkomen dat roest ontstaat dat het metaal aantast. 4) Indien het nodig is toegang te hebben tot de onderkant van de machine, wordt de machine uitsluitend overge- held langs de zijde aangeduid op de handleiding van de motor, volgens de aangegeven instructies. 5) Giet geen benzine op de plastic onderdelen van de motor of de machine, om schade te voorkomen en ver- wijder onmiddellijk elk spoor van benzine dat eventueel gemorst werd. De garantie dekt geen schade aan de plastic onderdelen, veroorzaakt door benzine. Elke handeling aan het mes dient uitgevoerd te wor- den in een gespecialiseerd servicecentrum. Opmerking voor het gespecialiseerd centrum: Hermonteer het maaidek (2) volgens de volgorde aangege- ven in de figuur en draai de middenste schroef (1) met een dynamometrische sleutel met een waarde van 35-40 Nm vast. Regel de correcte spanning van de riem met de moer (1), tot de aangegeven maat (6 mm) wordt verkregen. • Voor de modellen met veer, is de optimale lengte van de veer (met de aandrijving ingeschakeld) 34,5 - 35,5 mm, regelbaar met de stelschroef (2). • Voor de modellen zonder veer, wordt de stelschroef (2) geregeld om de spanning van de kabel (3) wat te vermin- deren, met de hendel (4) in ruststand. Om de accu op te laden dient u de speciale accu- lader (1) te gebruiken, waarbij u de aanwijzingen die in het boekje van de accu staan zorgvuldig moet naleven. Als u de grasmaaier lange tijd niet gebruikt dient u de accu van de motor los te koppelen en te zorgen dat hij altijd geladen blijft. Bij twijfel of indien iets u niet duidelijk is, wordt contact opgenomen met het dichtstbijzijnd Servicecentrum of de Dealer. 4.3 4.2 4.1 4. NORMALE ONDERHOUDSBEURT 3.4 3.3 CG rsb SPAt/Sti 71503904/0 11-11-2005 14:54 Pagina 25