Home > Stiga > Lawn Mower > Stiga Lawn Mower 8211 0223 06 Multiclip Operators Manual Dutch Version

Stiga Lawn Mower 8211 0223 06 Multiclip Operators Manual Dutch Version

    Download as PDF Print this page Share this page

    Have a look at the manual Stiga Lawn Mower 8211 0223 06 Multiclip Operators Manual Dutch Version online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 5898 Stiga manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.

    							DEUTSCHD
    8211-0223-06
    Multiclip 
    						
    							SVENSKAS
    ADD
    FULL
    FULL
    ADD
    MAX
    MIN
    MAX
    MIN
    12
    34
    2.
    8. Tecumseh7. Honda
    6. Briggs & Stratton5.
    3. PRO 464. PRO 46
    A
    1. 
    						
    							SVENSKA S
    11. Tecumseh
    3x
    14.
    12. Honda
    15. Briggs & Stratton13. Tecumseh
    A
    D
    C
    E
    3x
    10. Briggs & Stratton9.
    STOP
    G
    B 
    						
    							SVENSKAS
    18.
    40 Nm
    0,75 mm
    17.
    Briggs & Stratton : 0,76 mm
    Tecumseh: 0,6 mm
    Honda: 0,7-0,8 mm
    16. Honda 
    						
    							NEDERLANDSNL
    SYMBOLEN
    De volgende symbolen staan op de machine om u
    eraan te herinneren dat voorzichtigheid en oplet-
    tendheid bij gebruik vereist zijn.
    De symbolen betekenen:
    Waarschuwing! Lees vóór gebruik van de
    machine eerst het instructieboek en de vei-
    ligheidsvoorschriften.
    Waarschuwing! Houd omstanders op af-
    stand. Pas op voor het uitwerpen van voor-
    werpen.
    Waarschuwing! Steek uw hand of voet niet
    onder de kap als de machine loopt.
    Waarschuwing! Vóór het verrichten van
    reparaties eerst de bougiekabel losmaken
    van de bougie.
    BELANGRIJK
    Sommige modellen hebben geen gashendel. Het
    toerental van de motor is zodanig ingesteld dat de
    motor optimaal draait en de uitstoot van uitlaatgas-
    sen minimaal is.
    MONTAGE
    STUUR
    Het onderste deel van het stuur opklappen.
    Monteer vervolgens het bovendeel van het stuur.
    Dit wordt bevestigd met schroeven, sluitringen en
    borgmoeren (fig. 1).
    De duwboom heeft 4 verschillende standen. Ont-
    koppel de sper met de voet en zet de stuurstang in
    de gewenste stand (fig. 2).
    1. Normaal maaien.
    2. Voor het maaien onder bomen, struiken etc.
    3. Parkeerstand.
    4. In transport- en bergingstoestand. De duwboom
    neemt minder plaats in wanneer de knoppen los
    zijn en het handvat is opgevouwen.PRO 46
    Til het bovenste gedeelte van het stuur op en plaats
    het achter de machine. Klap het onderste gedeelte
    van het stuur omhoog en haal de vergrendelknop-
    penAaan (afb. 3).
    Monteer daarna het bovenste gedeelte van het
    stuur. Aan de rechterzijde moet ook een oog voor
    de starthendel gemonteerd wordt (afb. 1).
    Opbergpositie: Maak de vergrendelknoppen op het
    onderste gedeelte van het stuur los en klap het naar
    voren. Maak daarna de vergrendelknoppen op het
    bovenste gedeelte van het stuur los en klap het naar
    achteren (afb. 4).
    N.B.! Zorg ervoor dat de draden niet vast raken en
    breken wanneer het stuur wordt in- of uitgeklapt.
    KABELHOUDERS
    Bevestig de draden in de kabelhouder (fig. 5).
    GEBRUIK VAN DE MACHINE
    VOOR HET STARTEN
    VUL HET CARTER MET OLIE
    De grasmaaier wordt geleverd zonder
    olie in het motorcarter. Het carter moet
    met olie worden gevuld voor de motor
    de eerste keer wordt gestart.
    Verwijder de oliepeilstok (fig. 6, 7, 8).
    Vul het carter van de motor met 0,6 liter olie van
    goede kwaliteit (serviceklas SE, SF of SG). Ge-
    bruik SAE 30 of SAE 10W-30 olie.
    Vul olie bij tot de olie tot aan de markering
    “FULL/MAX” op de oliepeilstok komt. Doe er
    niet te veel olie in.
    CONTROLEER HET OLIEPEIL
    Controleer voor gebruik op de oliepeilstok of het
    oliepeil tussen “FULL/MAX” en “ADD/MIN”
    staat. De maaier moet horizontaal staan (fig. 6, 7, 8).
    Briggs & Stratton, Honda:Maak oliepeilstok los
    (fig. 6, 7) en droog hem af. Stop de stok er weer he-
    lemaal in en schroef hem vast en trek hem er weer
    uit. Lees het oliepeil af. Als het peil te laag is, vul
    dan olie bij tot de “FULL/MAX”-aanduiding.
    Tecumseh:Zet de maaier op een vlakke onder-
    grond. Neem het oppervlak om de olietap af en
    verwijder deze vervolgens (fig. 8). Als de olie niet 
    						
    							NEDERLANDSNL
    tot aan de rand van de opening komt, langzaam
    nieuwe olie naar binnen gieten. Schroef de olietap
    weer vast.
    VUL DE BENZINETANK
    Vul benzine bij voor u de motor start.
    Verwijder nooit de vuldop of vul nooit
    benzine bij wanneer de motor draait of
    nog warm is.
    De benzinetank nooit geheel vullen.
    Laat altijd wat ruimte voor de benzine
    om te expanderen.
    Gebruik altijd zuivere loodvrije benzine. U mag geen
    met olie gemengde tweetaktbenzine gebruiken.
    N.B.! Vergeet niet dat benzine oud kan worden.
    Koop slechts benzine voor maximum 30 dagen.
    MOTOR STARTEN
    (Briggs & Stratton, Tecumseh)
    1. Zet de grasmaaier op een vlakke en vasteonder-
    grond. Start niet in hoog gras.
    2. Zorg ervoor dat de bougiekabel aangesloten is
    op de bougie.
    3. Als de maaimachine is voorzien van een
    gashendel, zet gashendelBdan in de stand vol
    gas (fig 9).
    4. Koude motor starten: druk de pompballon (de
    Primer) 3-9 keer goed in (fig. 10, 11).
    Als men een warme motor start, hoeft men de
    pompballon (de Primer) niet in te drukken. Als
    de motor gestopt is door gebrek aan brandstof,
    vul dan nieuwe brandstof bij en druk de pomp-
    ballon 3 keer in.
    5. Druk de Start/Stop-beugelGtegen het stuur.
    N. B.! De Start/Stop-beugelGmoet ingedrukt
    gehouden worden opdat de motor niet zou stop-
    pen (fig. 9).
    6. Grijp het starthandvat beet en start de motor
    door een snelle ruk aan het startsnoer.
    7. Voor een zo goed mogelijk maairesultaat, moet
    de motor altijd draaien op volle toeren.
    Houd handen en voeten uit de buurt van
    het/de roterende mes(sen). Steek uw
    handen of voeten nooit onder de machi-
    ne of in de uitwerpopening wanneer de
    motor draait.
    MOTOR STARTEN (Honda)
    1. Zet de grasmaaier op een vlakke en vaste onder-
    grond. Start niet in hoog gras.
    2. Zorg ervoor dat de bougiekabel aangesloten is
    op de bougie.
    3. Open de brandstofkraan (fig. 12).
    4. Zet de gashendelBin de chokepositie N.B.!
    Een warme motor heeft geen choke nodig
    (fig. 9).
    5. Druk de Start/Stop-beugelGtegen het stuur.
    N. B.! De Start/Stop-beugelGmoet ingedrukt
    gehouden worden opdat de motor niet zou stop-
    pen (fig. 9).
    6. Grijp het starthandvat beet en start de motor
    door een snelle ruk aan het startsnoer.
    7. Duw wanneer de motor gestart is, de gashendel
    naar achteren tot het max. toerental bereikt is.
    N.B.! De motor moet altijd op het max. toeren-
    tal draaien om abnormale trillingen op de ma-
    chine te voorkomen.
    Houd handen en voeten uit de buurt van
    het/de roterende mes(sen). Steek uw
    handen of voeten nooit onder de machi-
    ne of in de uitwerpopening wanneer de
    motor draait.
    MOTOR STOPPEN
    Na het maaien is de motor erg warm.
    Raak de geluiddemper, de cylinders of
    de koelribben niet aan. Anders kunt u
    brandwonden oplopen.
    1. Laat de Start/Stop-beugelGlos om de motor te
    stoppen. Deze beugel mag niet buiten werking
    gesteld worden (b.v. door hem in ingedrukte
    stand tegen het stuur te vergrendelen), omdat de
    motor dan niet kan stoppen.
    Honda:Sluit de brandstofkraan.
    2. Als u de grasmaaier onbeheerd achterlaat, moet
    u de bougiekabel losmaken van de bougie.
    Indien de start-/stopbeugel niet langer
    functioneert, moet u de motor afzetten
    door de bougiekabel los te nemen van de
    bougie. Breng de maaier direct voor re-
    paratie naar een erkende werkplaats. 
    						
    							NEDERLANDSNL
    TIPS BIJ HET RIJDEN
    Denk eraan, alvorens het gras gemaaid wordt, ste-
    nen, speelgoed en andere harde voorwerpen te ver-
    wijderen.
    Een machine met MULCHER-systeem maait het
    gras, hakt het fijn en blaast het daarna in de gras-
    mat. Het afgeknipte gras hoeft niet opgenomen te
    worden.
    Het beste MULCHER-effect verkrijgt men als de
    volgende regels in acht genomen worden.
    1. Gebruik hoog motortoerental (vol gas).
    2. Niet maaien als het gras nat is.
    3. Maai het gras niet te kort. Hoogstens 1/3 van de
    lengte dient afgemaait te worden.
    4. De onderzijde van de kap altijd schoon houden.
    5. Altijd een scherp mes gebruiken.
    SNIJHOOGTE
    Schakel de motor uit voor u maaihoogte
    instelt.
    Stel de maaihoogte niet zo laag in dat het
    mes/de messen in contact komen met on-
    effenheden op de grond.
    De snijhoogte is regelbaar in 3 standen door de
    wielassen te verstellen (fig. 14).
    ONDERHOUD
    De motor moet altijd eerst uigeschakeld
    worden en de bogiekabel moet altijd
    eerst gedemonteerd worden voor men
    service uitvoert op de motor of op de
    maaimachine.
    Schakel de motor uit en demonteer de
    bougiekabel voor u de grasmaaier optilt
    om hem te transporteren.
    Als de machine scheef gehouden wordt
    moet de brandstoftank leeg zijn en de
    bougie omhoog gehouden worden.
    SCHOONMAKEN
    Na gebruik moet de maaimachine iedere keer
    schoongemaakt worden. Vooral de onderkant van
    de kap is belangrijk. Met de tuinslang schoonspoe-
    len. Dan blijft de maaimachine langer goed en
    werkt beter.N.B.! U mag geen hogedrukreiniger gebruiken.
    Als het gras vastgedroogd is, kunt u de maaikap
    schoonschrapen. Werk indien nodig de onderkant
    bij met lak om roestbeschadigingen te voorkomen.
    Maak de geluiddemper en de directe
    omgeving regelmatig schoon en verwij-
    der gras, vuil en brandbaar materiaal.
    KOELSYSTEEM
    Voor elk gebruik moet het koelsysteem van de mo-
    tor schoongemaakt worden. Verwijder eventuele
    grasresten, vuil e.d. van de koelflenzen van de ci-
    linder en van de luchtinlaat.
    OLIE VERVERSEN
    Vervang de olie als de motor warm en de
    benzinetank leeg is. Hete olie stroomt
    gemakkelijker uit de motor. Wees voor-
    zichtig bij aftappen, omdat de hete olie
    brandwonden kan veroorzaken.
    Vervang de olie de eerste keer na 5 uur rijden, daar-
    na om de 50 werkuren of één keer per seizoen. Ver-
    wijder de oliepeilstok, laat de grasmaaier
    vooroverhellen en de olie uit de maaier in een em-
    mer lopen. Zorg ervoor dat de olie niet in het gras
    loopt.
    Vul nieuwe olie bij: Gebruik SAE 30 of SAE 10W-
    30 olie. Het carter heeft een inhoud van 0.6 liter.
    Vul bij tot de olie tot aan de markering “FULL/
    MAX” op de oliepeilstok komt.
    LUCHTFILTER
    Een vervuilde luchtfilter vermindert de kracht van
    de motor en veroorzaakt slijtage van de motor.
    Briggs & Stratton:De luchtreiniger voorzichtig
    demonteren, zodat er geen vuil in de carburateur
    valt (fig. 15). Het schuimplastic filter eruit nemen
    en in vloeibaar detergent en water wassen. Het fil-
    ter afdrogen. Giet wat olie op het filter en knijp het
    erin. De luchtreiniger weer monteren.
    Het filter iedere drie maanden of iedere 25 draai-
    uren schoonmaken, afhankelijk wat het eerst ge-
    beurt. Vaker als de motor op stofafbe grond werkt.
    Honda:Demonteer het deksel en verwijder het fil-
    ter (fig. 16). Controleer het filter nauwkeurig op
    gaten of beschadigingen. Een kapot of beschadigd
    filter moet worden vervangen. 
    						
    							NEDERLANDSNL
    Om vuil te verwijderen dient u het filter eerst voor-
    zichtig tegen een harde ondergrond uit te kloppen.
    U kunt ook met perslucht tegen de achterkant van
    het filter blazen. Probeer niet het filter schoon te
    borstelen, omdat er daardoor vuil in de vezels
    wordt gedrukt. Als het filter erg vies is, moet het
    worden vervangen.
    Reinig het filter om de 25 draaiuren of eenmaal per
    seizoen; echter vaker wanneer de motor op stoffig
    terrein werkt.
    Tecumseh:Controleer het luchtfilter na elke 25
    werkuren of vaker als de motor in stoffige omstan-
    digheden moet werken. Als het schuimrubberfilter
    vies of verstopt is, moet dit worden vervangen.
    Demonteer dekselA. Maak de binnenkant van
    dekselAen filtersteunEschoon (fig. 13). Verza-
    dig het schuimrubberfilterCmet twee theelepels
    (ca. 20 ml) motorolie. Masseer het filter met een
    schone doek om overtollige olie te verwijderen.
    Controleer ook pakkingD. Vervang deze ingeval
    van beschadiging of vervorming.
    Zet dekselAweer op zijn plaats.
    BOUGIE
    Probeer nooit te ontdekken of er vonken
    zijn door de bougie of de bougiekabel te
    verwijderen. Gebruik een goedgekeurd
    testapparaat.
    Maak met regelmatige tussenpozen de bougie
    schoon (iedere 100 bedrijfsuren). Gebruik eens-
    taalborstel voor het schoonmaken. De electro-
    deafstand correct afstellen (fig. 17).
    Verwissel de bougie als de electroden al te veel
    verbrand zijn of als de bougie beschadigd is. De
    motorenfabrikanten geven de volgende aanbeve-
    lingen:
    Briggs & Stratton:Champion J19LM (RJ19LM),
    Electrodenafstand 0,76 mm.
    Honda:BPR6ES (NGK),
    Electrodenafstand 0,7-0,8 mm.
    Tecumseh:Champion RJ17LM, RJ19LM,
    Electrodenafstand 0,6 mm.
    MESSENSCHIJF
    Draag veiligheidshandschoenen wan-
    neer u het mes/de messen vervangt, zo-
    dat u geen snijwonden oploopt.Botte en beschadigde messen rukken het gras af en
    de grasmat ziet er lelijk uit na het maaien. Nieuwe
    scherpemessensnijdenhetgrasaf.Hetzieter
    groen en fris uit na het maaien.
    Na een aanrijding moeten het mes/de messen altijd
    gecontrolleerd worden. Verwijder eerst de bougie-
    kabel. Als het messensysteem beschadigd is moe-
    ten de defecte delen verwisseld worden. Gebruik
    altijd originele onderdelen.
    Maak schroef los om het mes te vervangen. Mon-
    teer het nieuwe mes zo dat het gestanste STIGA-
    logo naar boven naar de mesbevestiging gericht is
    (niet naar het gras). Monteer de onderlegring en de
    schroef terug op hun plaats. Haal de schroef goed
    aan. Aanhaalmoment 40 Nm (fig. 18).
    Bij het vervangen van een mes moet ook de mes-
    bout worden vervangen.Valt niet onder garantie:
    schades veroorzaakt door het maaien tegen harde
    voorwerpen.
    Bij het vervangen van messen, meshouders en
    mesbouten altijd originele reserveonderdelen ge-
    bruiken. Andere dan originele reserveonderdelen
    kunnen risicos met zich meebrengen, ook al pas-
    sen ze op de machine.
    HET SLIJPEN VAN MESSEN
    Eventuele slijpwerkzaamheden moeten worden
    uitgevoerd op een wet- of slijpsteen (nat slijpen).
    Uit veiligheidsoverwegingen mag het mes niet
    worden geslepen op een amarilschijf. Een te hoge
    temperatuur kan het mes broos maken.
    Als het mes wordt geslepen moet het na-
    derhand uitgebalanceerd worden om
    schade door trillingen te voorkomen.
    OPSLAG
    OPBERGEN TIJDENS HETWIN-
    TERSSEIZON
    Maak de brandstoftank leeg. Start de motor en laat
    hem draaien tot hij stilvalt. Dezelfde benzine mag
    niet meer dan één maand in de tank blijven.
    Kantel de motor en draai de bougie eruit. Giet een
    lepel motorolie in het bougiegat. Trek langzaam de
    starthandle uit, zodat de olie zich kan verspreiden
    in de motor. Bougie opnieuw plaatsen.
    De maaier grondig reinigen en hem opbergen op
    een droge plaats. 
    						
    All Stiga manuals Comments (0)

    Related Manuals for Stiga Lawn Mower 8211 0223 06 Multiclip Operators Manual Dutch Version