Stiga Lawn Mower Ready, Ready HST Dutch Version Manual
Have a look at the manual Stiga Lawn Mower Ready, Ready HST Dutch Version Manual online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 5898 Stiga manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.

NEDERLANDSNL 1 ALGEMEEN Dit symbool geeft een WAARSCHUWING weer. Als de instructies niet nauwkeurig worden opgevolgd, kan dit leiden tot verwondingen en/of schade. Voordat u deze machine in gebruik neemt, moet u de gebruiksaanwijzing en de meegeleverde “VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN” zorgvuldig doornemen. 1.1 SYMBOLEN Op de machine ziet u de volgende symbolen om u eraan te herinneren dat voorzichtigheid en oplettendheid bij gebruik geboden is. Betekenis van de symbolen:Waarschuwing! Lees vóór gebruik van de machine de gebruikershandleiding en de veiligheidsvoorschriften. Waarschuwing! Kijk uit voor weggegooide voorwerpen. Houd omstanders op afstand. Waarschuwing! Draag altijd gehoorbescherming. Waarschuwing! Deze machine is niet bedoeld voor rijden op de openbare weg. Waarschuwing! Deze machine mag, met de originele accessoires erop gemonteerd, op een helling van maximaal 10° rijden. Waarschuwing! Kans op brandwonden. Raak de geluiddemper niet aan. 1.2 Algemeen Deze machine is in twee versies leverbaar. • Ready, met handversnelling, aangeduid als Ready . • Ready, met hydrostatische versnelling, aangeduid als Ready HST. 2 BEDIENING Nummers 1 - 9: zie afbeeldingen 1 - 3. 2.1 Gereedschapslift, mechanisch (1) U kunt als volgt schakelen tussen de werkpositie en de transportpositie: 1. Trap het pedaal volledig in. 2. Laat het pedaal langzaam los. 2.2 BEDRIJFSREM/KOPPELING (2, Ready) Pedaal dat bedrijfsrem en koppeling combineert. Drie standen: 1. Pedaal omhoog - aandrijving. De machine rijdt als er een versnelling wordt gekozen. Bedrijfsrem niet geactiveerd. 2. Pedaal voor de helft ingetrapt - aandrijving ontkoppeld, er kan geschakeld worden. Bedrijfsrem niet geactiveerd. 3. Pedaal volledig ingetrapt - aandrijving ontkoppeld. Bedrijfsrem volledig geactiveerd. LET OP! Regel de snelheid niet door de koppeling te laten slippen. Kies in plaats daarvan de juiste versnelling voor de goede snelheid. 2.3 Koppeling - parkeerrem (2, Ready HST) Het pedaal (2) heeft de volgende drie standen: • Omhoog . De koppeling is niet geactiveerd. De parkeerrem is niet geactiveerd. • Voor de helft ingetrapt . Voorwaarts rijden uitgeschakeld. De parkeerrem is niet geactiveerd. • Ingetrapt . Voorwaarts rijden uitgeschakeld. De parkeerrem is geactiveerd maar niet vergrendeld. 2.4 Vergrendeling, parkeerrem (3) De vergrendeling vergrendelt het pedaal (2) in de ingetrapte stand. Deze functie wordt gebruikt om de machine te vergrendelen op hellingen, tijdens transport enz. De parkeerrem moet tijdens het werk altijd uitgeschakeld zijn. Vergrendelen: 1. Trap het pedaal (2) volledig in. 2. Breng de vergrendeling (3) omhoog. 3. Laat het pedaal (2) los. 4. Laat de vergrendeling (3) los. Ontgrendelen: Trap het pedaal (2) in en laat het weer los.

NEDERLANDSNL 2.5 Rijden - bedrijfsrem (4, Ready HST) Het pedaal (4) regelt de versnelling tussen de motor en de wielen (= de snelheid). Wanneer het pedaal omhoog staat, wordt de bedrijfsrem geactiveerd. 1. Pedaal voorwaarts – de machine gaat vooruit. 2. Pedaal onbelast - de machine staat stil. 3. Pedaal achterwaarts – de machine rijdt achteruit. 4. Minder druk op het pedaal – de machine remt. 2.6 GAS-/CHOKEHENDEL (5) Hendel om de snelheid te regelen en om te choken bij een koude start. 1. Choke - voor het starten van een koude motor. De choke staat in de bovenste stand in de groef. Vermijd rijden in deze stand, zet de hendel op vol gas (zie hieronder) bij een warme motor. 2. Vol gas - bij gebruik van de machine altijd vol gas geven. 3. Stationairloop. 2.7 CONTACTSLOT (6) Contactslot dat gebruikt wordt om de motor te starten en uit te schakelen. Vier standen:1. Stopstand - de motor is kortgesloten. De sleutel kan verwijderd worden. 2/3. Rijstand. 4. Startstand - de elektrische startmotor wordt geactiveerd op het moment dat de sleutel in de veerbelaste startstand wordt gedraaid. Laat de sleutel teruggaan naar rijstand 2/3 wanneer de motor gestart is. 2.8 VERSNELLINGSPOOK (7, Ready) Pook om één van de vijf versnellingen vooruit (1- 2-3-4-5), neutraal (N) of achteruit (R) te kiezen. Tijdens het schakelen moet het koppelingspedaal ingetrapt zijn. LET OP! Zorg dat de m achine volledig stilstaat voordat u van de achteruit in de vooruit of omgekeerd schakelt. Als u niet meteen in een bepaalde versnelling kunt schakelen, laat het koppelingspedaal dan opkomen en trap het opnieuw in. Schakel opnieuw naar de gewenste versnelling. Probeer nooit geforceerd in een gewenste versnelling te schakelen. 2.9 KRACHTAFNEMER (8) Hendel voor in- en uitschakelen van de krachtafnemer voor aandrijving van het maaidek. Twee standen: 1.Voorste stand - krachtafnemer uitgeschakeld. 2. Achterste stand - krachtafnemer ingeschakeld. 2.10 KOPPELINGSHENDEL (9, Ready HST) Hendel om de traploze transmissie uit te schakelen. Hiermee kunt u de machine handmatig verplaatsen zonder de motor te gebruiken. Twee standen: 1. Hendel ingedrukt - transmissie ingeschakeld voor normaal gebruik. 2. Hendel uitgetrokken - transmissie uitgeschakeld. De machine kan handmatig worden verplaatst. De machine mag niet over lange afstanden of met hoge snelheid gesleept worden. Hierdoor kan de versnellingsbak beschadigd worden. 3 TOEPASSINGEN De machine mag uitsluitend gebruikt worden bij de volgende werkzaamheden met de aangegeven originele STIGA-accessoires: Maaien: Met maaidek 13-2940 (85M). Het trekmechanisme mag worden belast met een verticale kracht van maximaal 100 N. De duwkracht van getrokken accessoires op het trekmechanisme mag niet groter zijn dan 500 N. LET OP! Neem vóór het gebruik van een aanhanger altijd contact op met uw verzekeringsmaatschappij. LET OP! Deze machine is niet bedoeld voor rijden op de openbare weg.

NEDERLANDSNL 4 STARTEN EN RIJDEN 4.1 MOTORKAP Om bij te tanken en de motor en de accu te inspec- teren en onderhouden, opent u de motorkap. De motor mag niet draaien als u de kap opent. Openen: 1. Zorg dat de besturingsarmen in de voorste stand staan. 2. Trek de stoelvergrendeling (afb. 2) omhoog en kantel de stoel voorover. 3. Pak de motorkap aan de voorrand vast en draai de kap omhoog (afb. 3). Sluiten: Pak de motorkap aan de voorrand vast en draai de kap omlaag (afb. 3). De machine alleen gebruiken met gesloten kap. Anders bestaat er een kans op brandwonden en kunt u bekneld raken. 4.2 BENZINE BIJVULLEN Open de motorkap, zoals boven is aangegeven. Draai de vuldop los en vul de tank met schone loodvrije benzine. Gebruik nooit tweetakt motorolie (afb. 6). LET OP! Denk erom dat benzine beperkt houdbaar is. Koop niet meer benzine dan u binnen 30 dagen gebruikt. U kunt ook milieuvriendelijke benzine gebruiken, d.w.z. gealkyleerde benzine. Dit type benzine heeft een samenstelling die minder schadelijk is voor mens en milieu.Benzine is uiterst brandbaar. Bewaar brandstof altijd in een speciaal daarvoor bestemde tank. Vul alleen buitenshuis benzine bij en rook niet tijdens het bijvullen. Vul de tank voordat u de motor start. Verwijder nooit de vuldop en vul de machine nooit met benzine wanneer de motor loopt of nog warm is. Vul de benzinetank nooit helemaal tot de rand. Laat minimaal 2 tot 3 cm tot de bovenrand van de tank over, zodat de benzine bij een warmer wordende motor iets kan uitzetten zonder over te lopen. 4.3 OLIEPEIL VAN DE MOTOR CONTROLEREN Het carter is bij afleveri ng altijd gevuld met olie SAE 30. Controleer voor elk gebruik of het oliepeil correct is. De machine moet op een vlakke ondergrond staan. Zorg dat de omgeving rond de oliepeilstok schoon is. Draai de oliepeilstok los en trek hem omhoog. Veeg de oliepeilstok af. Breng de stok weer aan en draai hem vast. Draai hem daarna weer los en trek hem omhoog. Lees het oliepeil af. Vul olie bij tot de “FULL”- streep als het oliepeil onder deze markering staat (afb. 7). 4.4 VEILIGHEIDSSYSTEEM Deze machine is uitgerust met een veiligheidssysteem dat bestaat uit: - een schakelaar bij de versnellingspook (alleen Ready ). - een schakelaar bij het rempedaal (alleen Ready HST ). - een schakelaar in de (beugel van de) zitting (alle modellen). Om de machine te kunnen starten moet: - de versnellingspook in de neutrale stand staan (geldt alleen bij Ready). - het rempedaal zijn ingetrapt. - de bestuurder op zijn plek zitten. - de krachtafnemer uitgeschakeld zijn. Controleer vóór gebruik altijd de werking van het veiligheidssysteem! Doe dit op de volgende wijze ( de motor loopt en de bestuurder zit op de stoel ): - schakel in een versnelling, til uw lichaam even op van de stoel - de motor moet stoppen (geldt alleen bij Ready). - trap het aandrijfpedaal in, zodat de machine gaat rijden en laat het aandrijfpedaal weer los - de machine moet stoppen (geldt alleen bij Ready HST ). - schakel de krachtafnemer in, til uw lichaam even op van de stoel - de motor moet stoppen. Als het veiligheidssysteem niet werkt, mag de machine niet worden gebruikt! Breng de machine voor controle naar een servicewerkplaats! 4.5 MOTOR STARTEN 1. Open de benzinekraan (afb. 6). 2. Controleer of de bougiek abel op zijn plaats zit. 3. Controleer of de krachtafnemer uitgeschakeld is. 4a. Ready : Zet de versnellingspook in de neutrale stand. 4b. Ready HST : Houd uw voet niet op het aandrijfpedaal. 5. Starten van een koude motor - zet de gashendel in de chokestand. Warme start - zet de gashendel op vol gas (ca. 1 cm achter de chokestand). 6. Trap het rempedaal volledig in.

NEDERLANDSNL 7. Draai de contactsleutel om en start de motor. 8. Wanneer de motor is gestart, duwt u de gashendel geleidelijk naar vol gas als u de choke gebruikt hebt. 9. Laat de machine na een koude start niet onmiddellijk belast werken, maar laat de motor eerst een paar minuten warmdraaien. Op die manier kan de olie eerst opwarmen. Laat de motor altijd op vol gas draaien wanneer hij in gebruik is. 4.6 STOPPEN Schakel de krachtafnemer uit. Trek de parkeerrem aan. Laat de motor 1 - 2 minuten stationair draaien. Zet de motor af door de contactsleutel om te draaien. Sluit de benzinekraan. Dit is vooral belangrijk als de machine op bijv. een aanhanger vervoerd moet worden. Als u de machine onbewaakt achterlaat, verwijder dan de contactsleutel. Haal ook de bougiekabel van de bougie. Direct na gebruik kan de motor bijzonder heet zijn. Raak de demper, de cilinder of de koelribben niet aan. Dit kan ernstige brandwonden veroorzaken. 4.7 TIPS Zorg er voor dat bij rijd en op hellingen de juiste hoeveelheid olie in de motor aanwezig is (oliepeil op “FULL”). Wees voorzichtig bij het rijden op hellingen. Start of stop niet plotseling wanneer u een helling op- of afrijdt. Rijd nooit dwars over een helling. Rijd van boven naar beneden en van beneden naar boven. Deze machine mag, met de originele accessoires erop gemonteerd, op een helling van maximaal 10° rijden. Neem gas terug op hellingen en wanneer u scherpe bochten maakt, om te voorkomen dat de machine kantelt of u de controle over de machine verliest. Draai bij rijden in de hoogste versnelling en bij vol gas het stuur niet volledig naar één kant. De machine kan dan kantelen. Blijf met uw handen uit de buurt van de zittinghouder. U kunt dan bekneld raken! Rijd nooit met de machine als de motorkap open is. Rijd nooit als het maaidek in de bovenste stand staat. Dit kan schade aan de aandrijfsnaar van het maaidek veroorzaken. 5 SERVICE EN ONDERHOUD 5.1 SERVICEPROGRAMMA Om de machine voortdurend in goede staat te houden, de betrouwbaarheid en veiligheid te bevorderen en het milieu te ontzien, moet het onderhoudsprogramma van STIGA worden gevolgd. We raden u aan elke vorm van onderhoud aan een bevoegde servicewerkplaats over te laten. Dit garandeert dat de werkzaamheden worden verricht door bekwaam personeel en dat originele reserveonderdelen worden gebruikt. 5.2 VOORBEREIDING Tenzij anders aangegeven moet alle service en onderhoud worden uitgevoerd als de machine stil staat en de motor niet draait. Zorg dat de machine niet kan wegrollen. Gebruik daarom altijd de parkeerrem. Zorg dat de motor niet onbedoeld kan starten, dus ontkoppel de aandrijving en trek de bougiekabel van de bougie af of trek de sleutel uit het contactslot. 5.3 SCHOONMAKENOm het gevaar op brand te verkleinen de motor, de demper, de accu en de brandstoftank vrijhouden van gras, bladeren en olie. Om het gevaar op brand te verkleinen regelmatig controleren of er sprake is van olie- en/of brandstoflekkage. Als u de machine met een hogedrukreiniger reinigt, richt de straal dan niet rechtstreeks op de versnellingsbak. Richt geen waterstralen rechtstreeks op de motor. Gebruik een borstel of perslucht om hem schoon te maken. 5.4 MOTOROLIE Vervang de motorolie de eerste keer na 5 werkuren, daarna na elke 50 werkuren of één keer per seizoen. Ververs de olie vaker, om de 25 draaiuren of minstens één keer per seiz oen, als de motor extra hard of bij hoge omgevingstemperaturen moet werken.

NEDERLANDSNL Ververs de olie wanneer de motor warm is. Gebruik syntetiche olie van goede kwaliteit (serviceklasse SF, SG of SH). Direct na het stoppen van de machine kan de motorolie erg heet zijn. Laat de motor daarom een paar minuten afkoelen voordat u de olie aftapt. Schroef de olieaftapplug los (afb. 8). Deze plug bevindt zich links op de motor (gezien vanaf de achterkant van de machine). Vang de olie op in een vat. Breng die olie vervolgens naar een milieustraat. Mors geen olie op de V-snaren. Schroef de olieaftapplug vast. Verwijder de oliepeilstok en vul olie bij tot de aanduiding “FULL”. Hoeveelheid olie: 1,4 liter Olietype zomer (>4 ºC): SAE-30 (U kunt ook SAE 10W-30 gebruiken. Het olieverbruik kan echter iets toenemen als u 10W- 30 gebruikt. Controleer het oliepeil vaker als u dit type olie gebruikt.) Olietype winter (

NEDERLANDSNL 5.8.2 Accu opladen met motor De accu kan ook als volgt worden opgeladen met de generator van de motor. 1. Plaats de accu in de machine zoals hieronder af-gebeeld. 2. Zet de machine buiten of zorg dat de uitlaatgas- sen kunnen worden afgevoerd. 3. Start de motor volgens de instructies in de hand- leiding. 4. Laat de motor 45 minuten lopen. 5. Zet de motor af. De accu is nu volledig opgela- den. 5.8.3 Verwijderen/Plaatsen De accu zit onder de motorkap. Bij het verwijderen of plaatsen van de accu, dient u rekening te houden met het volgende: • Bij het verwijderen . Maak eerst de zwarte kabel los van de negatieve accuklem (-) van de accu. Maak daarna de rode kabel los van de positieve accuklem (+) van de accu. • Bij het plaatsen . Sluit eerst de rode kabel aan op de positieve accuklem (+) van de accu. Sluit dan de zwarte kabel aan op de negatieve accuk- lem (-) van de accu. Als u de kabels niet in de goede volgor- de aansluit of losmaakt, kan er kortslui- ting ontstaan en kan de accu beschadigd raken. Als u de kabels verwisselt, raken de ge- nerator en de accu beschadigd. De accu moet altijd aangesloten zijn als u de motor wilt laten lopen. Anders kunnen de generator en het elektrische systeem beschadigd raken. 5.9 SMEREN - CHASSIS De achteras van de machine heeft drie smeernippels die om de 25 werkuren met universeel vet gesmeerd moeten worden (afb. 12). Alle kunststoflagers moet en een paar keer per seizoen gesmeerd worden met universeel vet. Smeer de verbindingen van de stuurarmen een paar keer per seizoen met universeel vet. De verbindingen van de spanarm moeten een paar keer per seizoen gesmeerd worden met motorolie. Druppel enkele keren per seizoen een beetje motorolie in beide uiteinden van de bedieningskabels. Ready HST : De versnellingsbak is bij aflevering van de fabriek gevuld met olie (10W-40). U hoeft normaal gezien geen olie bij te vullen, tenzij de versnellingsbak wordt geopend (mag uitsluitend door een vakman gebeuren), of er lekkage optreedt. De olie hoeft in de regel niet ververst te worden. 5.10 STUURKABEL Stel de stuurkabels de eerste keer na 2 - 3 uur rijden bij, vervolgens om de 25 werkuren. Span de stuurkabels door de moer vaster te draaien (afb. 13). Belangrijk! De schroefuiteinden van de stuurkabel moeten tijdens het bijstellen worden vastgehouden, zodat de kabe l niet draait. Gebruik een instelbare sleutel of vergelijkbaar gereedschap en zet die op de schroeven aan de kabeluiteinden. Span de stuurkabels aan tot er geen speling meer is. Span de stuurkabels niet te strak. Daarmee wordt het sturen zwaarder, terw ijl de slijtage van de kabels toeneemt. 6 OCTROOI - ONTWERPREGISTRATIE Deze machine of onderdelen van deze machine valt/vallen onder de volgende octrooi- en ontwerpregistratie: 9901091-0 (SE), 9901730-3 (SE) 00921248.1 (EPC), 00931809.8 (EPC) GGP behoudt zich het recht voor zonder voorafgaande aankondiging wijzigingen in het product aan te brengen.

6B.Uppmätt ljudeffektnivåMitattu äänitehotaso Målt lydeffektniveau Målt lydeffektnivå Gemessener geräuschpegel Measured sound power level Niveau de puissance acoustique mesuré Gemeten geluidsniveau Livello di potenza sonora misurato Nivel de potencia de sonido medido Nível de potência sonora medido Nieprzekraczalny poziom ha łasu Замеренный уровень шума Nam ěřená úrove ň hluku Mért hangteljesítményszint Izmerjena raven zvo čne jakosti 6A.Garanterad ljudeffektnivå Taattu äänitehotaso Garanteret lydeffektniveau Garantert lydeffektnivå Garantierter Geräuschpegel Guaranteed sound power level Niveau de puissance acoustique garanti Gegarandeerd geluidsniveau Livello di potenza sonora garantito Nivel de potencia de sonido garantizado Nível de ruído garantido Nieprzekraczalny poziom ha łasu Гарантированный предельный уровень шума Zaru čená úrove ň hluku Garantált hangteljesítményszint Zajam čena raven zvo čne jakosti 99 dB(A) EG-försäkran om överensstämmelse EY-vaatimustenmukaisuusvakuutus EU-overensstemmelseserklæring EU-forsikring om overensstemmelse EG-Konformitätsbescheinigung EC conformity declaration Déclaration de conformité CE EU-gelijkvormigheidsverklaring Dichiarazione di conformità CE Declaración de conformidad CEDeclaração de conformidade da CE Deklaracja zgodno ści EC Декларация EC о соответствии Deklarace shody s EU EK megfelel őségi nyilatkozat Izjava ES o skladnosti 1.Kategori Luokka Kategori Kategori Kategorie Category Catégorie Categorie Categoria Categoría Categoria Kategoria Категория Kategorie Kategória Kategorija 5.VibrationTärinä Vibration Vibrasjon Vibration Vibration Vibration Vibratie Vibrazioni Vibración VibraçãoWibracje Вибрация Vibrace Vibráció Tresljaji Gräsklippare med bensinmotor Bensiinimoottorikäyttöinen ruohonleikkuri Plæneklipper med benzinmotor Gressklipper med bensinmotor Rasenmäher mit Benzinmotor Lawnmowers with petrol engines Tondeuses à moteur à explosion Grasmaaiers me t benzinemotor Tosaerba con motori a benzina Cortacéspedes con motor de gasolina Máquinas de cortar relva com motores a gasolina Kosiarki do trawy z silnikiem benzynowym Газонокосилки с бензиновым двигателем Seka čky trávy s benzinovým motorem Benzinmotoros f űnyíró Kosilnice z bencinskimi motorji V301 1. 13-2715 + 13-2940 2. 13-2716 + 13-2940 3. 13-2715 + 13-2929 4. 13-2716 + 13-2929 < 0.5 m/s 2 < 2.5 m/s2 2.Typ Tyyppi Type Type Typ Type Type Type Tipo Tipo Tipo Ty p Тип Ty p Típus Tip3.Art.nr. Tuotenumero Art.nr. Art.nr. Art.-Nr. Item no N° darticle Itemnr. Articolo n. Nº de referencia Item nº Pozycja nr Поз . Císlo položky Tételszám Izdelek, št. 4.Tillverkare Valmistaja Producent Produsent Hersteller Manufacturer Fabricant Fabrikant Produttore Fabricante Fabricante Producent Изготовитель Výrobce Gyártó Proizvajalec GGP Sweden AB P.O. Box 1006 SE-573 28 Tranås Sweden 8.Fabrikat Valmiste Fabrikat Fabrikat Fabrikat Make Marque Fabricage Marca Marca Marca Marka Торговая марка Zna čka GyártmányZnamka STIGA 9.Klippbredd Leikkuuleveys Klippebredde Klippebredde Schnittbreite Cutting width Largeur de coupe Snijwijdte Larghezza di taglio Ancho de corte Largura de corte Szeroko ść koszenia Рабочий захват Ší řka sekání Vágási szélesség Širina košnje 1. 85 cm 2. 85 cm 3. 92 cm 4. 92 cm 10.Serienr Valmistenumero Serienr. Serienr. Seriennummer Serial number Numéro de série Serienummer Numero di serie Número de serie Número de série Numer seryjny Заводской номер Č íslo série Sorozatszám Serijska številka Se dekal på chassit Katso tarra rungossa Se mærkat på chassis Se etikett på chassiset Siehe Schild am Chassis See label on chassis Voir la plaque sur le châssis Zie label op chassis Vedi etichetta sul telaio Véase la etiqueta en el chasis Ver etiqueta no chassis Patrz etykieta na podwoziu См . табличку на шасси Viz štítek na podvozku Lásd az alvázon lév ő adattáblát ! Glej nalepko na šasiji (LWA) 100 dB(A) 11.Motor / Moottori / Motor / Motor / Motor / Engine / Moteur / Motor / Motore / Motor / Motor / Silnik / Двигатель / Motor / Motor / Motor Fabrikat Valmiste Fabrikat Fabrikat Fabrikat Make Marque Fabricage Marca Marca Marca Marka Марка Zna čka GyártmányZnamka Briggs & Stratton 21A907 Modell Malli Model Modell Modell Model Modèle Model Modello Modelo Modelo Model Модель Model Modell Model 12.Rotationshastighet Pyörimisnopeus Rotationshastighed Rotasjonshastighet Umdrehungsgeschwindigkeit Rotation speed Vitesse de rotation Rotatiesnelheid Velocità di rotazione Régimen Velocidade de rotação Predkośc obrotów Частота вращения Rychlost otá čení Rotációs sebesség Hitrost vrtenja 3200 rpm 7.Anmält organ Ilmoitettu laitos Bemyndiget organ Underrettet organ Anmeldeorganisation Notified body Organisme notifié Keuringsinstantie Organismo notificato Organismo notificado Organismo notificado Urzad zatwierdzajacy Уп о л н о м оч е н н а я организация Oprávnený orgán Az értesítés címzettje Obveš čeni organ ITS Testing & Certification Ltd Notified Body repre- sentative 0359