Stiga Lawn Mower ROYAL, COMFORT, ELITE Dutch Version Manual
Have a look at the manual Stiga Lawn Mower ROYAL, COMFORT, ELITE Dutch Version Manual online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 5898 Stiga manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.

76 NEDERLANDSNL 4.3.2 Elektrische veiligheidscontrole Controleer voor elk gebruik of het be- veiligingssysteem werkt. 4.4 StartenOpen de benzinekraan die zich in de kap aan de linkerachterzijde bevindt (12) 2. Controleer of the bougiekabel(s) op de bou- gie(s) is/zijn geplaatst. 3. Controleer of de krachtafnemer uitgeschakeld is. 4. Houd uw voet niet op het aandrijfpedaal. 5. Comfort, Elite: Starten van een koude motor – zet de gashendel helemaal in de chokestand. Starten van een warme motor – zet de gashendel op vol gas (ongeveer 2 cm achter de chokestand). Royal: Zet de gashendel op vol gas. Starten van een koude motor - trek de choke- hendel volledig uit. Starten van een warme motor – druk de choke- hendel volledig in. 6. Trap het koppelings-/rempedaal volledig in. 7. Draai de contactsleutel om en start de motor. 8 Comfort, Elite: Wanneer de motor is gestart, duwt u de gashen- del geleidelijk naar vol gas (ongeveer 2 cm ach- ter de chokestand) als u de choke gebruikt hebt. Royal: Wanneer de motor is gestart, duwt u de choke- hendel geleidelijk in als u deze gebruikt hebt. 9. Laat de machine na een koude start niet onmid- dellijk belast werken, maar laat de motor eerst een paar minuten warmdraaien. Op die manier kan de olie eerst opwarmen. Bij gebruik van de machine altijd vol gas geven. 4.5 BedieningstipsControleer altijd of de juiste hoeveelheid olie in de motor zit. Dit is met name belangrijk bij het wer- ken op hellingen. Zie 4.2. Wees voorzichtig bij het rijden op hel- lingen. Start of stop niet plotseling wan- neer u een helling op- of afrijdt. Rijd nooit dwars over een helling. Rijd van boven naar beneden en van beneden naar boven. Deze machine mag op een helling van maximaal 10° rijden. Verminder de snelheid op hellingen en bij scherpe bochten om controle over de machine te houden en het risico op kan- telen te beperken. Draai bij rijden in de hoogste versnel- ling en bij vol gas het stuur niet volledig naar één kant. De machine kan dan kantelen. Blijf met uw handen uit de buurt van de middensturing en de zittinghouder. An- ders kunt u bekneld raken! Rijd nooit met de machine als de motorkap open is. Rijd nooit als het maaidek in de trans- portpositie staat. Dit veroorzaakt scha- de aan de aandrijfsnaar van het maaidek. 4.6 StoppenSchakel de krachtafnemer uit. Trek de parkeerrem aan. Laat de motor 1-2 minuten stationair draaien. Zet de motor af door de contactsleutel om te draaien. Sluit de benzinekraan. Dit is vooral belangrijk als de machine op bijv. een aanhanger vervoerd moet worden. Als u de machine zonder toezicht ach- terlaat, moet u de bougiekabel(s) losma- ken van de bougie(s). Trek ook de sleutel uit het contactslot. Direct na gebruik kan de motor bijzon- der heet zijn. Raak de demper, de cilin- der of de koelribben niet aan. Dit kan ernstige brandwonden veroorzaken. 4.7 Reiniging Om het gevaar op brand te verkleinen de motor, de demper, de accu en de brandstoftank vrijhouden van gras, bladeren en olie. Om het gevaar op brand te verkleinen regelmatig controleren of er sprake is van olie- en/of brandstoflekkage. Status Handeling Resultaat Het koppelings-/rem- pedaal is niet inge- trapt. De krachtafnemer is niet ingeschakeld.Probeer te star- ten.De motor start niet. Het koppelings-/rem- pedaal is ingetrapt. De krachtafnemer is ingeschakeld.De bestuurder gaat staan.De motor start niet. Lopende motor. De krachtafnemer is ingeschakeld.De bestuurder gaat staan.De krachtaf- nemer wordt uitgescha- keld. Lopende motor. Verwijder zeke- ring 10 A. Zie afb. 14.De motor stopt dan.

77 NEDERLANDSNL Reinig de machine na gebruik. Voor het reinigen gelden de volgende richtlijnen. • Als u de machine met een hogedrukreiniger rei- nigt, richt de straal dan niet rechtstreeks op de asborging, elektrische onderdelen of hydrauli- sche kleppen. • Sproei nooit rechtstreeks water op de motor. • Reinig de motor met een borstel en/of perslucht. • Reinig de luchtinlaat van de motor. 5 ONDERHOUD 5.1 OnderhoudsprogrammaOm de machine voortdurend in goede staat te hou- den en zo de betrouwbaarheid te bevorderen, ook in verband met het milieu, moet het onder- houdsprogramma van STIGA worden gevolgd. De inhoud van dit programma vindt u in het bijge- voegde serviceboekje. Basic service moet altijd door een erkende service- werkplaats worden uitgevoerd. Eerste onderhoud en Intermediate Service zou door een erkende servicewerkplaats moeten wor- den uitgevoerd, maar kan ook door de gebruiker worden gedaan. De inhoud van deze programmas staat in het serviceboekje en de handelingen zijn beschreven onder“4” en hieronder. Onderhoud dat door een erkende servicewerk- plaats wordt uitgevoerd geeft u de garantie dat uw machine professioneel wordt onderhouden met originele reserveonderdelen. Na elke onderhoudsbeurt die is uitgevoerd bij een erkende servicewerkplaats krijgt u een stempel in het onderhoudsboekje. Een serviceboekje waarin ieder onderhoud wordt geregistreerd, is een waar- devol document dat de tweedehandswaarde van de machine verhoogt. 5.2 VoorbereidingAlle service en onderhoud moet worden uitge- voerd op een stilstaande machine waarvan de mo- tor is uitgeschakeld. Zorg dat de machine niet kan wegrol- len. Gebruik daarom altijd de parkeer- rem. Voorkom dat de motor onbedoeld start door de bougiekabel(s) los te maken van de bougie(s) en de contactsleutel te ver- wijderen. 5.3 BandenspanningPas de bandenspanning op de volgende manier aan: Voorzijde: 0,4 bar (6 psi).. Achter: 1,2 bar (17 psi). 5.4 Motorolie vervangen, filter 5.4.1 Motorolie Ververs de motorolie zoals hieronder wordt be- schreven. Wanneer er zowel bedrijfsuren als maan- den worden vermeld, geldt de eerste situatie die zich voordoet. Ververs de olie regelmatiger als de machine onder extreme condities of bij hoge omgevingstempera- turen wordt gebruikt. Gebruik synthetische olie met serviceklasse SF of hoger, zoals aangegeven in de onderstaande tabel. Gebruik olie zonder toevoegingen. Vul niet te veel olie bij. Dit kan tot oververhitting van de motor leiden. Ververs de olie wanneer de motor warm is. Direct na het stoppen van de machine kan de motorolie erg heet zijn. Laat de motor daarom een paar minuten afkoe- len voordat u de olie aftapt. 1. Comfort en Elite: Olieaftapplug. Schroef de olieaftapplug los (14). Royal, Alt I: Metalen olieaftapleiding. Schroef de olieaftapplug aan het uiteinde van de leiding los (15). Royal, Alt II: 1. Zet de klem op de afvoerslang. Gebruik een slangenklem of iets vergelijkbaars. Zie afb. 15. 2. Verplaats de klem 3 tot 4 cm op de afvoer- slang en trek de bougie los. Vang de olie op in een vat. Breng die olie vervol- gens naar een milieustraat. Mors geen olie op de aandrijfriemen. 2. Schroef de olieaftapplug vast. Let op dat de ve- zelpakking en de ring (15:Q) in de plug onbe- schadigd zijn en op hun plaats zitten. MachineOlie verversen 1e keer Interval Comfort, Elite5 bedrijfsuren 50 bedrijfsuren Royal 20 bedrijfsuren of 1 maand100 bedrijfsuren of 6 maanden Gebruik Olie Alle temperaturen SAE 10W-30 Onder -18°C SAE 5W-30 Boven 0°C SAE30

78 NEDERLANDSNL Royal, Alt II:Breng de olieaftapplug weer aan en verplaats de klem zodat deze zich boven de plug bevindt. 3. Kijk eerst hieronder als het oliefilter moet wor- den vervangen, zie 5.4.2. 4. Verwijder de oliepeilstok en vul de machine met nieuwe olie. Hoeveelheid olie, zie onderstaande tabel. 5. Na het bijvullen van olie start u de motor en laat u deze 30 seconden stationair draaien. 6. Controleer of er een olielek is. 7. Zet de motor af. Wacht 30 seconden en contro- leer dan of het oliepeil overeenkomt met 4.2. 5.4.2 Oliefilter (16) Het oliefilter moet worden vervangen na 100 wer- kuren. Tap eerst de motorolie af en installeer de olieaftapplug zoals hierboven beschreven. Ver- vang vervolgens het oliefilter (16:R) op de volgen- de wijze: 1. Maak rond het filter schoon en demonteer het filter. 2. Bevochtig de pakking van het nieuwe filter met olie. 3. Installeer het filter. Schroef het filter eerst zo ver vast dat de pakking de motor raakt. 4. Comfort, Elite : draai het filter nog 1/2 tot 3/4 slag verder. Royal : draai het filter aan tot 1,2 Nm. 5. Ga verder met punt 4 onder 5.4.1 hierboven. 5.5 Benzinefilter (17:S)Vervang het benzinefilter elk seizoen. Controleer of er geen benzinelekkages zijn nadat het nieuwe filter is geïnstalleerd. 5.6 RiemtransmissiesControleer na 5 werkuren of alle riemen intact en onbeschadigd zijn. 5.7 BesturingDe besturing moet na 5 werkuren worden gecon- troleerd/afgesteld en vervolgens na elke 25 werku- ren. 5.7.1 Controles Draai het stuur kort heen en weer. Er mag geen speling in de stuurkettingen zitten.5.7.2 Afstelling (18:T) Stel indien nodig de stuurkabels als volgt af: 1. Zet de machine in de recht vooruit-stand. 2.. Stel de stuurkabels af met twee moeren. Deze bevinden zich voor de achterwielen (18:T). OPMERKING! Zet het schroefdraadgedeel- te van de kabel met een pijpsleutel zo vast dat de kabel niet kan draaien. 3. Draai beide moeren evenveel tot er geen speling meer is. 4. Rijd de machine recht vooruit en controleer of het stuur recht staat. 5. Als het stuur verdraaid staat, maakt u de ene moer losser en de andere vaster. Zet de stuurkabels niet te strak vast. Hierdoor wordt het sturen zwaar en zal de slijtage toenemen. 5.8 AccuOverlaad de accu nooit. Overladen kan de accu beschadigen. Zorg dat de accupolen geen kortsluiting maken,want dan kunnen er vonken en brand ontstaan. Zorg dat metalen siera- den niet in contact kunnen komen met de accupolen. Als er schade is ontstaan aan de behui- zing, het deksel of de contactpunten van de accu of als er interferentie optreedt bij de strip die over de kleppen ligt, moet de accu vervangen worden. De accu wordt gereguleerd door kleppen en geeft een uitgangsspanning van 12 V. De accuvloeistof kan en mag niet worden gecontroleerd of aange- vuld. U hoeft de accu alleen maar op te laden, bij- voorbeeld als u deze lang niet hebt gebruikt. De accu moet volledig zijn opgeladen voordat u deze voor de eerste keer gaat gebruiken. De accu moet altijd volledig opgeladen worden bewaard, anders kan deze beschadigd raken. 5.8.1 Accu opladen met motor De accu kan als volgt worden opgeladen met de dynamo van de motor. 1. Plaats de accu in de machine zoals hieronder af- gebeeld. 2. Zet de machine buiten of zorg dat de uitlaatgas- sen kunnen worden afgevoerd. 3. Start de motor volgens de instructies in de hand- leiding. 4. Laat de motor 45 minuten lopen. 5. Zet de motor af. De accu is nu volledig opgela- den. MachineHoeveelheid olie Zonder vervan- ging filterMet vervanging filter Comfort, Elite1,4 l 1,7 l Royal 0,9 l 1,05 l

79 NEDERLANDSNL 5.8.2 Accu opladen met oplader Als de accu wordt opgeladen met een oplader, dient deze een constante spanning te hebben. Neem contact op met uw leverancier voor een der- gelijke oplader. De accu kan beschadigd raken als er een stan- daard oplader wordt gebruikt. 5.8.3 Verwijderen/Plaatsen De accu zit onder de motorkap. Zie afbeelding 19 Bij het verwijderen of plaatsen van de accu dient u rekening te houden met het volgende: • Bij het verwijderen. Maak eerst de zwarte kabel los van de negatieve accuklem (-). Maak daarna de rode kabel los van de positieve accuklem (+). • Bij het plaatsen. Sluit eerst de rode kabel aan op de positieve accuklem (+). Sluit dan de zwarte kabel aan op de negatieve accuklem (-). Als u de kabels niet in de goede volgor- de aansluit of losmaakt, kan er kortslui- ting ontstaan en kan de accu beschadigd raken. Als u de kabels verwisselt, raken de dy- namo en de accu beschadigd. De accu moet altijd aangesloten zijn als u de motor wilt laten lopen. Anders kunnen de dynamo en het elektrische systeem beschadigd raken. 5.8.4 Reiniging Indien de accupolen geoxideerd zijn, moeten deze schoongemaakt worden. Reinig de accupolen met een staalborstel en smeer ze in met vet. 5.9 Luchtfilter (Comfort, Elite)Het voorfilter (schuimplastic filter) moet na 25 werkuren worden gereinigd/vervangen. Het luchtfilter (papierfilter) moet na 100 werkuren worden gereinigd/vervangen. LET OP! Reinig/vervang beide filters vaker indien de machine in stoffige omstandigheden moet wer- ken. Verwijder/installeer de luchtfilters als volgt: 1. Maak voorzichtig schoon rond de luchtfilter- kap. 2. Demonteer de luchtfilterkap (20:U) door de twee klemmen te verwijderen. 3. Demonteer het filter (20:V). Het voorfilter wordt over het luchtfilter geplaatst. Zorg ervoor dat de carburateur niet vuil wordt. Maak de be- huizing van het luchtfilter schoon. 4. Maak het papierfilter schoon door er zachtjes mee tegen een plat oppervlak te tikken. Indien het filter erg vuil is, moet het worden vervan- gen.5. Reinig het voorfilter. Indien het filter erg vuil is, moet het worden vervangen. 6. Monteer alles weer in omgekeerde volgorde. Bij het schoonmaken van de behuizing van het pa- pierfilter mogen geen perslucht of oplosmiddelen op basis van petroleum worden gebruikt. Hierdoor raakt het filter beschadigd. Gebruik geen perslucht bij het schoonmaken van de behuizing van het papierfilter. Het papierfilter- huis mag niet met olie worden ingesmeerd. 5.10 Luchtfilter (Royal)Reinig het voorfilter en papierfilter om de 3 maan- den of om de 50 werkuren, afhankelijk van wat het eerst van toepassing is. Vervang het papierfilter jaarlijks of om de 200 werkuren, afhankelijk van wat het eerst van toepassing is. LET OP! Reinig of vervang beide filters vaker in- dien de machine in stoffige omstandigheden moet werken. 1. Maak de schroeven (21:A) los waarmee de kap van het luchtfilter vastzit en verwijder de kap (21:B). 2. Demonteer het voorfilter (= het schuimplastic filter) (21:C) en het papierfilter (21:D). Zorg er- voor dat de carburateur niet vuil wordt. Maak het luchtfilterhuis schoon. 3. Reinig het voorfilter in vloeibaar schoonmaak- middel en water. Wring het filter uit tot het droog is. Giet een beetje olie op het filter en knijp de olie erin. 4. Maak het papierfilter als volgt schoon: klop het lichtjes tegen een vlak oppervlak. Indien het fil- ter erg vuil is, moet het worden vervangen. 5. Monteer alles weer in omgekeerde volgorde. Bij het schoonmaken van het papierfilterhuis mo- gen geen oplosmiddelen op basis van petroleum worden gebruikt. Deze reinigers kunnen het filter vernielen. Gebruik geen perslucht bij het schoonmaken van de behuizing van het papierfilter. Het papierfilter- huis mag niet met olie worden ingesmeerd. 5.11 BougieDe bougie(s) moet(en) na elke 200 werkuren wor- den vervangen (=bij elke tweede basic service). Gebruik de meegeleverde bougie. Maak schoon rond de bevestiging van de bougie voordat u deze losmaakt. Bougie : Comfort, Elite: Champion RC12YC of gelijkwaar- dig. Royal: NGK BPR5ES, DENSO W16EPR-U of ge- lijkwaardig. Afstand elektroden : 0,75 mm.

80 NEDERLANDSNL 5.12 LuchtinlaatDe motor is luchtgekoeld. Door een verstopt koel- systeem kan de motor beschadigd raken. Reinig de luchtinlaat van de motor na elke 50 werkuren. Het koelsysteem wordt bij elke basic service nauwkeu- rig gereinigd. 5.13 SmerenAlle smeerpunten in onderstaande tabel moeten na elke 25 werkuren en na elke wasbeurt worden ge- smeerd. 5.14 ZekeringenAls een van de onderstaande problemen optreedt, moet u de betreffende zekering vervangen. De ze- kering(en) en de accu bevinden zich onder de mo- torkap. 6 OCTROOI - ONTWERPREGIS-TRATIE Deze machine of onderdelen van deze machine valt/vallen onder de volgende octrooi- en ontwer- pregistratie: 9900627-2 (SE), SE00/00250 (PCT), 9901091-0 (SE), SE00/00577 (PCT), 9901730-3 (SE), SE00/ 00895 (PCT), 9401745-6 (SE), SE95/00525 (PCT), 595 7497 (US), 95920332.4 (EPC). 99 1095 (SE), 499 11 740.9 (DE), M1990 000734 (IT), 577 251-253 (FR), 115325 (US). 7 ECO 7.1 NORDIC ECOLABELLING Villa Royal voldoet aan de vereisten van Nordic Ecolabelling versie 2 voor grasmaaiers. [*] C 2: Machines bestemd voor professioneel ge- bruik. Tweetaktvolume groter dan 225 cm 3. Als de machine na jaren lang dienst te hebben ge- daan aan vervanging toe is of als u hem niet meer nodig hebt, raden we u aan deze naar uw leveran- cier te brengen ter recycling. Gooi oude loodaccu’s nooit bij het gewone afval. Lever ze in bij een recyclingstation. Vang alle olie op tijdens het olie verversen. Zorg dat u geen olie morst. Lever de olie en eventuele vervangen oliefilters in bij een milieustraat. We raden u aan de oliekan van Stiga te gebruiken om morsen te voorkomen bij het bijvullen van de olie. Deze is verkrijgbaar bij erkende Stiga-leve- ranciers en heeft onderdeelnummer 9500-9995-00. Onderdeel Actie Afb. Wiellager 3 smeernippels.(26:Z) Gebruik een smeerpistool met universeel vet. 26 Stuurkettin- genReinig de kettingen met een staalborstel. Smeer de kettingen met univer- sele kettingspray.- Spannings- armenSmeer de lagerpunten met een oliehouder terwijl alle regelaars zijn geactiveerd. Dit werkt het beste met twee per- sonen.22 Bedienings- kabelsSmeer de uiteinden van de kabels met een oliehouder terwijl alle regelaars zijn geactiveerd. Dit moet worden gedaan door twee personen.23 Probleem Zekering Figur De motor start niet of slaat meteen weer af. De accu is opgeladen.10 A 25:Y Geen enkele elektrische functie werkt. De accu is opgeladen.20 A 24:X 25:X Villa Royal Geluidsniveau voor elk maaidek op oorhoogt van de bestuurder [dB(A)]92 M: 81 107 M: 82 Productgroep [*] C 2 Specifiek brandstofver- bruik [g/kWh]300-400 Relatief brandstofverbruik laag 340 008

81 NEDERLANDSNL 7.2 MateriaalverklaringIn het product zijn de volgende materialen ver- werkt: Materiaal Gewichtspercentage Staal 76% Aluminium 10,5% ABS 3,5% Rubber 5,5% PP 1,5% POM < 1% PE < 1% De machine is voorzien van een poederlaklaag op basis van polyester. Het motorblok is van gegoten aluminium. GGP behoudt zich het recht voor zonder vooraf- gaande aankondiging wijzigingen in het product aan te brengen.

www.stiga.com GGP Sweden AB · Box 1006 · SE-573 28 TRANÅS