Home > Stiga > Lawn Mower > Stiga Lawn Mower 8211 0208 12 Turbo 55 48 43 Combi Operators Manual Dutch Version

Stiga Lawn Mower 8211 0208 12 Turbo 55 48 43 Combi Operators Manual Dutch Version

    Download as PDF Print this page Share this page

    Have a look at the manual Stiga Lawn Mower 8211 0208 12 Turbo 55 48 43 Combi Operators Manual Dutch Version online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 5898 Stiga manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.

    							
    STIGA 
    TURBO
    55 COMBI
    48 COMBI
    43 COMBI
    8211-0208-12 
    						
    							
    SVENSKAS
    2.
    3. B4. 
    1.
    6.
    F
    D
    E
    5. 
    B
    7. 
    						
    							
    SVENSKA
    S
    3x
    12. Briggs & Stratton LS 45
    ADD
    FULL
    FULL
    ADD
    8. 9. Briggs & Stratton LS 45
    10. Briggs & Stratton XTE
    13. Briggs & Stratton XTE
    11. Honda
    14. Honda15.  FULL/MAX
    ADD/MIN
    I* B*
    G
    3x
    0,15 l.
    ADD
    FULL 
    						
    							
    SVENSKAS
    YX17.
    22. Briggs & Stratton XTE21. Briggs & Stratton LS 45
    23. Honda24. 
    20. Right
    16.
    19. Left18. 
    						
    							
    SVENSKA
    S
    S
    S
    26.
    29. Regular blade holder
    28.
    31 A. 48 cm / 55 cm
    30. Friction blade holder
    25.
    27.
    40 Nm
    S31 B. 43 cm
    T
    40 Nm 
    						
    							
    SVENSKAS
    32.
    33. Honda A-Choke 
    						
    							
    NEDERLANDSNL
    SYMBOLEN
    Op de machine ziet u de volgende symbolen om u 
    eraan te herinneren dat voorzichtigheid en 
    oplettendheid bij gebruik geboden is. 
    Betekenis van de symbolen:Waarschuwing! Lees vóór gebruik van de 
    machine de gebruikershandleiding en de 
    veiligheidsvoorschriften.
    Waarschuwing! Houd omstanders op 
    afstand. Kijk uit  voor uit de machine 
    weggeslingerde voorwerpen.
    Waarschuwing! Zorg dat uw handen en 
    voeten niet onder het maaidek kunnen 
    komen als de machine loopt.
    Waarschuwing! Vóór het verrichten van 
    reparaties eerst de bougiekabel losmaken 
    van de bougie.
    Waarschuwing! Kantel de maaier 
    altijd achterover als u de 
    onderkant wilt schoonmaken. 
    Kantelt u de machine in een 
    andere richting, dan kan er olie of 
    benzine uit lekken.
    BELANGRIJK
    Onderdelen met sterretje (*) zijn standaard voor 
    sommige modellen en landen.
    Sommige modellen hebben geen gashendel. Het 
    toerental van de motor is zodanig ingesteld dat de 
    motor optimaal draait en de uitstoot van 
    uitlaatgassen minimaal is.
    INLEIDING
    Typ I Typ II
    Typ III
    1. Gashendel (*)
    2. Koppelingsbeugel (*)
    3. Start/stop-beugel
    4. Elektrische starter (*)
    5. Toerenregelaar (*)
    MONTAGE
    LOSSE ONDERDELEN IN DE DOOS
    2 houders voor de grasopvangbak
    4 schroeven voor de houders
    1 contactsleutel (*) 
    1 acculader (*) 
    1 inbussleutel 
    1 dopsleutel 
    + Gebruikershandleidingen
    DUWBOOM (Type I-II)
    1. Klap het onderste gedeelte van de duwboom 
    omhoog.
    2. Monteer het bovenste gedeelte van de duwboom  met behulp van de schroeven, afstandsringen en 
    afsluitknoppen. Aan de re chterzijde bevindt zich 
    een oog voor de gashendel (afb. 1).
    3. Draai daarna de afsluitknoppen op het onderste  gedeelte van de duwboom vast. Als deze zijn 
    vastgedraaid, kan de hoogte van de duwboom 
    worden aangepast door de schroeven  B met de 
    bijgeleverde sleutel aa n te draaien. (afb. 2) 
    						
    							
    NEDERLANDSNL
    DUWBOOM (Type III)
    1. Draai de afsluitknoppen los van het chassis en zet het onderste gedeelte van de duwboom vast op 
    de schroeven B (afb. 3).
    2. Zet het bovenste gedeelte van de duwboom vast  met behulp van de afstandsringen en 
    afsluitknoppen. Aan de rechterzijde bevindt zich 
    een oog voor de gashendel (afb. 1).
    3. Draai daarna de afsluitknoppen op het onderste  gedeelte van de duwboom vast. Als deze zijn 
    vastgedraaid, kan de hoogte van de duwboom 
    worden aangepast door de schroeven  B met de 
    bijgeleverde sleutel aa n te draaien. (afb. 3)
    KABEL MOTORREM
    Bevestig de kabel van de motorrem aan de 
    motorrem (afb. 4). De kabel moet in de richting 
    van de duwboom gemonteerd worden.
    KABELGELEIDER
    Zet de kabels vast in de kabelgeleiders (afb. 5):
    D: Start/stop-kabel + koppelingskabel (*)
    E : Gaskabel (*) + koppelingskabel (*)
    F : Stroomkabel (*) + kabel toerenregelaar (*)
    TOERENREGELAAR (*)
    Bij aflevering is de kabel van de toerenregelaar zo 
    ingesteld dat de transmissie niet beschadigd kan 
    raken. De kabel moet misschien worden bijgesteld. 
    Kijk hiervoor bij KABEL TOERENREGELAAR 
    AFSTELLEN in het gedeelte ONDERHOUD.
    GRASOPVANGBAK
    Til de flap op en bevestig de twee houders met de 
    bijgeleverde schroeven aan de grasopvangbak. De 
    houders zijn voorzien van de letters L en R en 
    moeten op de corresponderende markering op de 
    achterzijde van de grasmaaier gemonteerd worden 
    (afb. 7).
    Grasopvangbak van stof (*):  Plaats de stoffen 
    zak over het stalen frame en klik de zak dan vast op 
    de plastic klep (afb. 6).
    Plastic grasopvangbak (*):  Klik beide helften 
    aan elkaar en klik daarna het bovenste gedeelte 
    erop vast (afb. 8). 
    Open de flap op de machine en bevestig de 
    grasopvangbak op de houders.
    LET OP! U kunt de grasmaaier zonder 
    grasopvangbak gebruiken. Het gras komt dan in 
    een lijn achter uit de machine.
    ACCU (*)
    De accuvloeistof is giftig en bijtend en 
    kan zware brandwonden veroorzaken. 
    Vermijd contact met huid, ogen en kled-
    ing.
    Laad de accu voordat u deze voor het eerst gaat 
    gebruiken 24 uur op. Meer  informatie vindt u 
    onder ONDERHOUD, ACCU. 
    Steek de contactsleutel (*) in het slot.
    GEBRUIK VAN DE GRASMAAIER
    COMBI(*)
    Uw nieuwe grasmaaier combineert 3 functies in 
    één machine: 
    1. MULTICLIP
    De machine wordt geleverd met een plug (P), die 
    is gemonteerd in de grasuitworp (afb. 31). De 
    grasmaaier kan worden gebruikt voor ‘Multiclip’. 
    Dit betekent dat het gras tijdens het maaien extra 
    wordt fijngeknipt.  Het gras valt dan op het gazon 
    zodat het kan composteren. Het gazon wordt zo 
    gevoed. 
    Druk de vergrendeling (S) in om de plug te 
    verwijderen. Als u de  plug weer opnieuw wilt 
    installeren moet u beide pinnen stevig in de gaten 
    duwen zodat de plug op zijn plaats klikt.
    Turbo 43 Combi:
    Draai de vleugelmoer los om de plug te 
    verwijderen.
    2. GRASOPVANG 
    Monteer de bijgeleverde grasopvangbak (afb. 6, 
    8). Open de flap, verwijder de plug en haak in 
    plaats daarvan de grasopvangbak aan de 
    achterzijde van de machine.
    Tijdens het maaien wordt het gras in de bak 
    opgevangen. Leeg de bak op de composthoop of 
    verspreid het gras over de borders als voeding. De 
    machine is ook zeer geschikt voor het verzamelen 
    van herfstbladeren.
    3. UITWERPEN AAN ACHTERKANT
    Gebruik de maaier zonder de plug of de grasop-
    vangbak (klep gesloten). Het gras wordt onver-
    snipperd aan de achterkant uitgeworpen. 
    						
    							
    NEDERLANDSNL
    VOOR HET STARTEN
    VUL HET CARTER MET OLIEDe grasmaaier wordt geleverd zonder 
    olie in het motorcarter. Voordat de mo-
    tor de eerste keer wordt gestart moet het 
    carter met olie worden bijgevuld.
    Verwijder de oliepeilstok (a fb. 9, 10, 11). Vul het 
    carter van de motor met 0,55 liter olie van goede 
    kwaliteit (serviceklasse  SE, SF of SG). Gebruik 
    SAE 30 of SAE 10W-30 olie.
    Vul voorzichtig tot ‘FUL L/MAX’. Overvul niet.
    CONTROLEER HET OLIEPEIL
    Controleer voor gebruik op  de oliepeilstok of het 
    oliepeil tussen “FULL/MAX“ en “ADD/MIN“ 
    staat.
    Briggs & Stratton:
    Verwijder de oliepeilstok en veeg hem schoon (afb. 
    9, 10). Breng de stok weer aan en draai hem vast. 
    Trek de stok er weer uit.  Lees het oliepeil af. Als het 
    peil te laag is, vul dan o lie bij tot de markering 
    “FULL/MAX“.
    Honda:
    Verwijder de oliepeilstok en veeg hem schoon (afb. 
    11). Plaats de oliepeilstok in zijn geheel terug, 
    maar schroef die nog niet vast. Trek de peilstok 
    weer omhoog. Lees het oliepeil af. Als het peil te 
    laag is, vul dan olie bi j tot de markering “FULL/
    MAX“.
    VUL DE BENZINETANK
    Verwijder nooit de vuldop en vul de ma-
    chine nooit met benzine als de motor 
    loopt of nog warm is.
    Vul de benzinetank nooit helemaal tot 
    de rand. Laat wat ruimte over zodat de 
    benzine nog wat kan uitzetten.
    Sommige machines hebben onder de normale 
    tankdop een extra afschermkap. Die moet weer 
    worden aangebracht.
    Gebruik bij voorkeur milie uvriendelijke benzine, 
    d.w.z. gealkyleerde benzine. Dit type benzine heeft 
    een samenstelling die minder schadelijk is voor 
    mens en milieu. Deze benzine bevat geen 
    toevoegingen als lood, oxygenatoren (alcohol en 
    ethers), alkenen en benzeen. N.B.! Als u overstapt op milieuvrien-
    delijke brandstof met een motor die al-
    tijd op gewone loodvrije benzine heeft 
    gelopen (octaangehalte 95), moeten de 
    aanwijzingen van de brandstoffabri-
    kant zorgvuldig worden opgevolgd. 
    Er kan ook gewone loodvrije benzine met 
    octaangehalte 95 worden gebruikt. Gebruik nooit 
    tweetakt motorolie. LET OP! Denk erom dat 
    benzine beperkt houdbaar is. Koop niet meer 
    benzine dan u binnen 30 dagen gebruikt.
    STARTEN VAN DE MOTOR
    (Briggs & Stratton)
    1. Zet de grasmaaier op een vlakke en vaste  ondergrond. Start niet in lang gras.
    2. Zorg ervoor dat de bougiekabel aangesloten is op  de bougie.
    3. Als de grasmaaier is voorzien van een gashendel,  zet u deze  B in de stand volgas   (afb. 15).
    4. Koude motor starten: Druk de pompballon 6 keer  goed in (afb. 12,13).
    Als men een warme motor start, hoeft men de 
    pompballon niet in te drukken. Als de motor 
    gestopt is door gebrek aan brandstof, vul dan 
    nieuwe brandstof bij en druk de pompballon 3 
    keer in.
    5. Knijp de start/stop-beugel  G tegen de duwboom. 
    LET OP! De start/stop-beugel G ingedrukt 
    houden om de motor niet te laten stoppen (afb.  
    15).
    6a.Handmatige start: Pak de  starthendel vast en start 
    de motor door een snelle  ruk aan het startsnoer.
    6b Elektrische start (*):  Start de motor door de 
    contactsleutel rechtsom  te draaien. Laat de 
    sleutel los wanneer de  motor start. Houd de 
    startpogingen altijd kort, om  de accu niet uit te 
    putten.
    Om gemakkelijker te  kunnen starten de 
    duwboom naar beneden drukken, zodat de 
    voorste wielen iets omhoog komen. Start niet in 
    lang gras.
    7. Voor de beste maairesu ltaten de motor altijd op 
    volgas gebruiken.
    Houd handen en voeten uit de buurt van 
    het/de roterende mes(sen). Steek uw 
    handen of voeten nooit onder de meskap 
    of in de uitwerpopening wanneer de mo-
    tor draait. 
    						
    							
    NEDERLANDSNL
    STARTEN VAN DE MOTOR (Honda)
    1. Zet de grasmaaier op een vlakke en vaste ondergrond. Start niet in lang gras.
    2. Zorg ervoor dat de bougiekabel is aangesloten op  de bougie.
    3. Open de benzinekraan (afb. 14).
    4. Zet de gashendel  B in de chokestand . LET OP! 
    De choke hoeft niet gebruikt te worden als de 
    motor warm is (afb.  15).
    5. Knijp de start/stop-beugel G tegen de duwboom. 
    LET OP! De start/stop-beugel G ingedrukt 
    houden om de motor niet te laten stoppen (afb. 
    15).
    6. Pak de starthendel vast en  start de motor door een 
    snelle ruk aan het startsnoer.
    7. Als de motor loopt, de gashendel naar achteren  bewegen tot volle krac ht. LET OP! De motor 
    altijd op volle kracht ge bruiken om abnormale 
    trillingen van de mach ine te voorkomen.
    Houd handen en voeten uit de buurt van 
    het/de roterende mes(sen). Steek uw 
    handen of voeten nooit onder de meskap 
    of in de uitwerpopening wanneer de mo-
    tor draait.
    STARTEN VAN DE MOTOR (Honda/
    AV S )
    1. Zet de grasmaaier op een vlakke en vaste  ondergrond. Start niet in lang gras.
    2. Zorg ervoor dat de bougiekabel is aangesloten op  de bougie.
    3. Open de benzinekraan (afb. 14).
    4. Zet de automatische choke  C in de chokestand 
    . LET OP! De choke hoeft  niet gebruikt te 
    worden als de motor warm is (afb. 32).
    5. Druk de start/stop-beugel G naar beneden tegen  de duwboom en start de motor onmiddellijk 
    door hard aan het startkoord te trekken.
    LET OP! De automatische choke gaat terug 
    naar de ruststand als de start/stop-beugel G 
    tegen de duwboom wordt gedrukt.
    Houd handen en voeten uit de buurt van 
    het/de roterende mes(sen). Steek uw 
    handen of voeten nooit onder de meskap 
    of in de uitwerpopening wanneer de mo-
    tor draait.
    MOTOR STOPPEN
    Direct na gebruik kan de motor bij-
    zonder heet zijn. Raak de demper, de cil-
    inder of de koelribben niet aan. Dit kan 
    ernstige brandwonden veroorzaken.
    1. Laat de start/stop-beugel  G los (afb. 15) om de 
    motor te laten stoppe n. Deze beugel niet 
    losmaken (bijv. door de ze in de ingedrukte 
    positie tegen de duwboom  vast de zetten), omdat 
    u de motor zo niet kunt uitzetten.
    Honda : Sluit de brandstofkraan.
    2. Als u de machine zonder toezicht achterlaat,  moet u de bougiekabel losmaken van de bougie. 
    Trek ook de sleutel u it het contactslot (*).
    Wanneer de start/stopbeugel niet meer 
    werkt, stop dan de motor door de 
    bougiekabel los te maken van de bougie. 
    Breng de grasmaaier onmiddellijk naar 
    een erkende werkplaats voor reparatie.
    ACHTERWIELAANDRIJVING (*)
    Schakel de overbrenging in door de 
    koppelingsbeugel  I tegen de duwboom te drukken. 
    Ontkoppel de overbrenging door de 
    koppelingsbeugel  I los te laten (afb. 15).
    SNELHEID (*)
    De toerenregelaar niet aanraken als de 
    motor loopt. Dit kan de werking van de 
    toerenregelaar aantasten.
    Op een geschikte snelheid zetten door de 
    toerenregelaar in een van de 4 standen te plaatsen 
    (afb. 16).
    De verschillende standen corresponderen met de 
    volgende snelheid: Stand  : ong. 2,8 km/u
    Stand 2:  ong. 3,1 km/u
    Stand 3:  ong. 3,6 km/u
    Stand  : ong. 4,5 km/u
    MAAIHOOGTE
    Schakel de motor uit voordat u de 
    maaihoogte instelt.
    Stel de maaihoogte niet zo laag in dat het 
    mes (de messen) in contact komt(en) met 
    oneffenheden op de grond.
    De grasmaaier heeft een hendel voor het instellen 
    van de maaihoogte. Trek de hendel naar buiten en 
    stel de maaihoogte in op een van de negen standen 
    die het best geschikt is voor uw gazon (afb. 17). 
    						
    All Stiga manuals Comments (0)

    Related Manuals for Stiga Lawn Mower 8211 0208 12 Turbo 55 48 43 Combi Operators Manual Dutch Version