Home > Stiga > Lawn Mower > Stiga Lawn Tractor 8211 0210 07 Villa President Senator 2000 Classic Operators Manual Dutch Version

Stiga Lawn Tractor 8211 0210 07 Villa President Senator 2000 Classic Operators Manual Dutch Version

    Download as PDF Print this page Share this page

    Have a look at the manual Stiga Lawn Tractor 8211 0210 07 Villa President Senator 2000 Classic Operators Manual Dutch Version online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 5898 Stiga manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.

    							8211-0210-07
    STIGA VILLA
    PRESIDENT
    SENATOR
    2000
    CLASSIC 
    						
    							Ty p 1
    Ty p 1
    Ty p 2
    Ty p 2
    1.5. Villa Senator - President
    6. 2.
    3.
    7.
    4.
    8. 
    						
    							J
    I
    12. Villa President11 .
    15.
    16.
    13.17.
    14.18. 
    						
    							19A. Villa Classic - 2000 - Senator21A. Villa Classic - 2000 - Senator
    19B. Villa President21B. Villa President
    20A. Villa Classic - 2000 - Senator 22.
    20B. Villa President23. 
    						
    							24. Villa President
    25. Villa President
    26. Villa Classic - 2000 - Senator
    27. Villa Senator - President 
    						
    							8
    1
    2
    7
    12
    112
    1
    1097
    12
    11
    3
    1
    3
    64
    7
    5
    9A. Villa Classic - 2000 - Senator
    9B. Villa President
    10. 
    						
    							NEDERLANDSNL
    ALGEMEEN
    Dit symbool betekent WAARSCHU-
    WING. Als u de instructies niet nauwkeu-
    rig volgt, kunt u verwondingen oplopen
    of kan dit tot materiële schade leiden.
    SYMBOLEN
    De volgende symbolen staan op de machine om u
    eraan te herinnern dat voorzichtigheid en oplet-
    tendheid bij gebruik vereist zijn.
    De symbolen betekenen:
    Waarschuwing!
    Lees vóór gebruik van de machine eerst
    het instructieboek en de veiligheidsvoor-
    schriften.
    Waarschuwing!
    Pas op voor het uitwerpen van voorwer-
    pen. Houd omstanders op afstand.
    Waarschuwing!
    Draag altijd gehoorbeschermers.
    Waarschuwing!
    Deze machine is niet bedoeld voor rijden
    op de openbare weg.
    MONTAGE
    Om persoonlijke verwondingen en be-
    schadigingen van eigendom te voorko-
    men, mag u niet proberen de motor te
    starten voor u alle maatregelen onder AS-
    SEMBLAGE heeft uitgevoerd.
    ACCESSOIRESZAK
    Bij de machine wordt een plastic zak geleverd die het
    volgende bevat:Pos. Aan Benaming Dimensie
    AC 1 Bougiebus
    AD 1 Draaipen voor bougiebus
    AF 2 Aanpasstuk voor zitje
    AG 2 Vergrendelknop
    AH 4 Schroef 5/16 x 16
    AI 2 Wagenbout 8 x 20
    AJ 2 Platte ring 8.4 x 22 x 1.5
    AK 1 Spanpen 6 x 36
    AL 1 Pasring 16 x 38 x 0.5
    AM 1 Pasring 16 x 38 x 1.0
    AN 1 Afstelknop (President)
    AP 1 Trekmechanisme (Senator, President)
    ZITJE
    Schroef de beide aanpasstukken voor het zitje AF op
    de onderkant van het zitje vast met behulp van de
    schroeven AH. Vergeet niet om eerst de wagenbouten
    AI in de vierkante centrumgaten te plaatsen
    (afb 1, 3).
    Afhankelijk van het gebruikte zittype, moeten de aan-
    passtukken zo gedraaid worden dat de afstand tussen
    de wagenbouten altijd 207 mm bedraagt (afb 2, 4).
    Schroef het zitje vast op de machine met behulp van
    de platte ringen AJ en de vergrendelknoppen AG.
    AFSTELKNOP (President)
    Druk de afstelknop AN vast op de aandrijfhendel
    (afb 5).
    STUUR
    Om een eventuele axiale speling te compenseren,
    moeten de pasringen AL en/of AM gebruikt worden
    tussen de bovenste en onderste stuurstang (afb 6).
    Controleer voor u de spanpen monteert hoeveel rin-
    gen u nodig heeft.
    Het stuurwiel moet zo worden gemonteerd dat de
    wielknop in de stand 10 uur komt (zie afb 5),
    (Senator, President).
    Monteer het stuur op de stuurstang met behulp van
    spanpen AK (afb 6).
    TREKMECHANISME (Senator -
    President)
    Monteer trekmechanisme AP onder de geluiddem-
    per. Gebruik de aanwezige schroef waarmee de ge-
    luiddemper vastzit (afb 27). 
    						
    							NEDERLANDSNL
    MOTORKAP
    Mak de schroef los waarmee het voorste gedeelte van
    de motorkap aan het chassis bevestigd is.
    Haak daarna de drie rubberen lussen D en E los
    (afb 7).
    Verwijder de motorkap schuin omhoog/naar achte-
    ren.
    Voor gebruik - monteer de zwarte motorplaat op de
    motorkap.
    De machine mag uitsluitend worden ge-
    bruikt wanneer de motorkap is gemon-
    teerd. Er bestaat anders risico op letsel
    door brand of beklemming.
    ACCU
    De accu is droog geladen, hetgeen betekent dat de
    accu met accuzur gevuld moet worden voor hij ge-
    bruikt wordt.
    Het vullen van accuzuur moet op een
    goed verlichtte plaats gebeuren en waar
    men rijkelijk met spoelwater ter beschik-
    king heeft. Het zuur is vretend. Gebruik
    rubber handschoenen en hanteer het
    zuur met grote voorzichtigheid zonder te
    morsen. Het zuur kan invreten op de huid
    en kleren en ander materiaal waarmee
    het in contact komt, vernielen.
    Het gebruik van een beschermingsbrill
    voor het voorkomen van ogenbeschadi-
    ging wordt sterk aanbevolen. De Zuur-
    dampen niet inademen.
    Neem voorzichtig de zuurflessen uit het carton. Vul
    de accu met het zuur. Het peil moet tussen UPPER
    en LOWER liggen (afb 8).
    Na het bijvullen kan het niveau van het accuzuur
    wat dalen. Wacht daarom twintig minuten om het
    niveau in iedere cel te controleren. Vul waar nodig
    zuur bij.
    Laat de accu vervolgens twee uur staan voordat
    deze wordt gebruikt.
    Veroorzaak geen kortsluiting tussen de
    polen van de accu. Er kunnen vonken
    ontstaan die brand kunnen veroorza-
    ken. Draag geen metalen sieraden die in
    contact kunnen komen met de accupo-
    len.
    LET OP! Om beschadiging van motor en accu tevoorkomen altijd eerst de pluskabel (+) op de accu
    aansluiten.
    De motor niet zonder accu laten lopen.
    BANDENDRUK
    Controleer de luchtdruk in de banden. De juiste
    luchtdruk:
    Vooraan: 0,4 bar (6 psi)
    Achteraan: 1,2 bar (17 psi)
    ACCESSOIRES
    Voor montage van het maai-aggregaat/accessoires,
    zie afzonderlijke montage-instructies die bij het
    accessoire in kwestie worden meegeleverd.
    HENDELS
    Zie afb. 9 - 10.
    1. GEREEDSCHAPSLIFT
    Hendel om frontgemonteerde accessoires omhoog
    in de transportstand te brengen.
    2. BEDRIJFSREM/KOPPELING
    (Classic - 2000 - Senator)
    Pedaal dat de bedrijfsrem en de koppeling combi-
    neert. Drie posities:
    1. Pedaal omhoog - vooraan-
    drijving ingeschakeld. De ma-
    chine beweegt wanneer er een
    versnelling ingeschakeld is. De
    bedrijfsrem is niet geactiveerd.
    2. Pedaal voor de helft inge-
    drukt - vooraandrijving ont-
    koppeld, er kan geschakeld
    worden. De bedrijfsrem is niet
    geactiveerd.
    3. Pedaal volledig ingedrukt -
    vooraandrijving ontkoppeld.
    Bedrijfsrem volledig geacti-
    veerd.
    3. KOPPELINGSPEDAAL (President)
    Voetpedaal dat de transmissie ontkoppelt. Twee
    standen: 
    						
    							NEDERLANDSNL
    1. Het pedaal omhoog - aandrij-
    ving gekoppeld. De machine
    beweegt als de aandrijfhendel
    wordt verplaatst. De parkeer-
    rem kan niet worden geacti-
    veerd.
    2. Het pedaal geheel ingedrukt
    - aandrijving ontkoppeld. De
    parkeerrem kan worden geacti-
    veerd.
    Het pedaal is geen bedrijfsrem. Ge-
    bruik het pedaal niet onder het rijden,
    maar alleen bij parkeren en starten.
    Bedrijfsrem - zie punt 9 AANDRIJFHENDEL
    hieronder.
    4. PARKEERREM
    Hendel om de mechanische parkeerrem te active-
    ren.
    Trap het koppelingspedaal tot op de bo-
    dem. Breng de parkeerrem naar rechts en
    laat daarna het pedaal los.
    De parkeerrem wordt ontkoppeld door licht op het
    koppelingspedaal te drukken. De geveerde rem-
    hendel gaat dan automatisch zijwaarts.
    5. KRACHTAFNEMER (IN)
    Hendel voor inschakelen van de krachtafnemer
    voor aandrijving van frontgemonteerde accessoi-
    res. Twee posities:
    1. Hendel in de onderste positie - krachtaf-
    nemer uitgeschakeld.
    2. Hendel in de bovenste positie - kracht-
    afnemer ingeschakeld. De hendel wordt in
    deze positie vergrendeld als een persoon
    die meer dan 30 kg weegt, op het zitje gaat
    zitten.
    6. KRACHTAFNEMER (UIT)
    Hendel met veerbelasting om de krachtafnemer uit
    te schakelen.
    Druk de knop in om de krachtafnemer uit
    te schakelen.
    7. VERING VAN HET ZITJE
    Draaiknop voor traploos instellen van de vering
    van het zitje. Wordt aangepast aan het gewicht van
    de chauffeur.1. Naar links draaien - de ve-
    ring wordt zachter.
    2. Naar rechts draaien - de ve-
    ring wordt harder.
    Een te hard aangehaalde vering kan ertoe leiden
    dat de hendel voor het inschakelen van de kracht-
    afnemer (5) niet in de bovenste positie vergrendeld
    kan worden.
    Opm. De boutverbindingen in de zittingvering
    mogen nooit zo strak worden aangehaald, dat
    de beweegbaarheid van de werking verloren
    gaat.
    8. VERSNELLINGSPOOK (Classic -
    2000 - Senator)
    Pook om één van de vijf versnellingen vooruit (1-
    2-3-4-5), neutraal (N) of achteruit (R) te kiezen.
    Bij het schakelen vanuit de neutrale stand naar
    vooruit alt. achteruit moet de versnellingshefboom
    opgelicht worden.
    Het pedaal moet ingedrukt zijn tijdens het schake-
    len.
    N.B.! Zorg ervoor dat de machine volledig stilstaat
    voor u van de achteruit in zijn vooruit schakelt of
    omgekeerd. Als u niet meteen in een bepaalde ver-
    snelling kunt schakelen, laat het pedaal dan om-
    hoog komen en druk het opnieuw in. Probeer
    opnieuw in de gewenste versnelling te schakelen.
    Forceer nooit bij het schakelen!
    9. AANDRIJFHENDEL/BEDRIJFS-
    REM (President)
    Een met de hand bediende hendel die werkt op de
    traploze transmissie. De hendel heeft drie functies:
    1. Aandrijving.
    Regelt de rijrichting en de snelheid van de
    machine. Breng de hendel naar voren (F) -
    de machine beweegt in voorwaartse rich-
    ting. Hoe verder de hendel naar voren
    wordt bewogen, hoe sneller de machine
    rijdt.
    Met de hendel in de aangegeven neutrale
    stand (N) - de machine staat stil. (Zo niet,
    zie AFSTELLEN VAN DE NEUTRALE
    STAND hieronder).
    Breng de hendel eerst zijwaarts vanuit de
    neutrale stand en vervolgens naar achteren
    (R) - de machine rijdt achteruit. 
    						
    							NEDERLANDSNL
    2. Snelheid vasthouden.
    De inertie van de hendel zorgt ervoor dat hij in elke
    willekeurige stand kan worden losgelaten. De hen-
    del beweegt niet en de machine behoudt zijn inge-
    stelde snelheid.(De inertie kan worden afgesteld,
    zie AFSTELLEN VAN DE AANDRIJFHEN-
    DEL hieronder).
    3. Bedrijfsrem.
    Om te remmen wanneer de machine zich voor-
    waarts beweegt - breng de hendel voorzichtig ach-
    teruit terug in de neutrale stand.
    Om te remmen wanneer de machine achteruitrijdt
    - breng de hendel voorzichtig voorwaarts in de
    neutrale stand.
    Gebruik niet het voetpedaal om tijdens
    het rijden te remmen. Het voetpedaal
    ontkoppelt de transmissie waardoor het
    remvermogen geheel verloren gaat.
    10. ONTKOPPELINGSHENDEL
    (President)
    Hendel om de traploze transmissie te ontkoppelen.
    Geeft de mogelijkheid de machine met de hand te
    verplaatsen zonder het gebruik van de motor.De
    machine mag niet achter een voertuig worden
    gesleept.
    1. Hendel naar achteren - trans-
    missie gekoppeld voor normaal
    gebruik.
    2. Hendel naar voren - trans-
    missie ontkoppeld. De machine
    kan met de hand worden ver-
    plaatst.
    Wanneer de ontkoppelingshendel in de
    voorste stand staat, is er geen remfunc-
    tie meer in de aandrijfhendel. De ma-
    chine heeft dan geen rem.
    Denk daaraan wanneer de machine handmatig van
    bijv. een aanhanger of een helling wordt gerold.
    11. GAS-/CHOKEHENDEL
    Hendel om het toerental van de motor in te stellen
    en om de motor te choken bij koudestart.
    1. Stationair draaien.2. Volgas - als men de machine gebruikt,
    moet men altijd vol gas geven. De volgas-
    positie bevindt zich 1 - 1.5 cm van de on-
    derkant van de groef.
    3. Choke - voor het starten van een koude
    motor. De chokepositie bevindt zich on-
    deraan in de groef.
    12. STARTSLEUTEL
    Contactslot dat gebruikt wordt om de motor te star-
    ten en uit te schakelen. Drie posities:
    1. Stoppositie - de motor is kortgesloten.
    De sleutel kan verwijderd worden.
    2. Rijpositie (zonder symbool)
    3. Startpositie - de elektrische startmotor
    wordt geactiveerd wanneer de sleutel in de
    startpositie met veerbelasting wordt ge-
    draaid. Laat de sleutel terug naar de rijst-
    and gaan wanneer de motor gestart is.
    GEBRUIK VAN DE MACHINE
    TOEPASSINGSGEBIEDEN - VILLA
    De machine mag uitsluitend worden gebruikt bij
    de volgende werkzaamheden met de aangegeven
    originele STIGA-accessoires:
    1. Grasmaaien
    Met maaiaggregaat 13-2916 (85M) of 13-2910
    (102M).
    2. Vegen
    Met veegmachine 13-1934. Stofbeschermer
    13-1937 aanbevolen.
    3. Sneeuwruimen
    Met sneeuwschuif 13-1917. Sneeuwkettingen
    13-1947 en wielgewichten 13-1982 aanbevo-
    len.
    4. Gras en bladeren vegen
    Met een getrokken grasvangbak 13-1978 (30)
    of 13-1950 (42).
    5. Gras- en bladtransport
    Met transportkar 13-1979.
    6. Mest strooien
    Met meststrooier 13-1987. Tevens te gebruiken
    voor het strooien van graszaad, zand of zout. Bij
    STOP
    START 
    						
    All Stiga manuals Comments (0)

    Related Manuals for Stiga Lawn Tractor 8211 0210 07 Villa President Senator 2000 Classic Operators Manual Dutch Version