Stiga MULTICLIP 46 S 46 SE 46 S EURO Dutch Version Manual
Have a look at the manual Stiga MULTICLIP 46 S 46 SE 46 S EURO Dutch Version Manual online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 5898 Stiga manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.

2 SVENSKA S 12 34 F EE STOP N G I I EURO G ADDFULL 12 34 3.4. Multiclip 46 SE 2. ADD FULL FULL ADD 0,15 l. ADD FULL 7. Honda 6. Briggs & Stratton ES 45 8. Multiclip 46 S 5. Briggs & Stratton LS 45 1.

3 SVENSKAS 3x STOP N G 9. Multiclip 46 SE10. Briggs & Stratton LS 45 11. Briggs & Stratton ES 45 3x 12. Honda 13.14. 15.16. I SS S FRONTREAR

4 SVENSKA S 17. Briggs & Stratton LS 45 19. Honda20. 21.22. 18. Briggs & Stratton ES 45 0,75 mm Briggs & Stratton : 0,75 mm Honda: 0,7-0,8 mm 40 Nm

5 NEDERLANDSNL SYMBOLEN Op de machine ziet u de volgende symbolen om u eraan te herinneren dat voorzichtigheid en oplet- tendheid bij gebruik geboden is. Betekenis van de symbolen: Waarschuwing! Lees vóór gebruik van de machine de gebruikershandleiding en de veiligheidsvoorschriften. Waarschuwing! Houd omstanders op af- stand. Kijk uit voor uit de machine wegge- slingerde voorwerpen. Waarschuwing! Zorg dat uw handen of voeten niet onder het maaidek komen als de machine loopt. Waarschuwing! Vóór het verrichten van reparaties eerst de bougiekabel losmaken van de bougie. BELANGRIJK Sommige modellen hebben geen gashendel. Het toerental van de motor is zodanig ingesteld dat de motor optimaal draait en de uitstoot van uitlaatgas- sen minimaal is. MONTAGE DUWBOOM Klap het onderste gedeelte van de duwboom in. Bevestig daarna het bovenste gedeelte van de duw- boom. Zet dit gedeelte vast met schroeven, af- standsringen en afsluitknoppen (afb. 1). De duwboom heeft vier verschillende standen. Maak de vergrendeling met uw voet los en zet de duwboom in de gewenste stand (afb. 2). 1. Normaal maaien. 2. Maaien onder bomen, struiken, etc. 3. Parkeerstand. 4. Positie bij aflevering en opslag. De duwboom neemt minder ruimte in als de draaiknoppen zijn losgedraaid en de duwboom is ingeklapt.LET OP! Zorg dat de kabels niet beklemd raken of knappen bij het naar voren of naar achteren klap- pen van de duwboom. BEDIENING Monteer de kabels en stroomkabel (Multiclip 46 SE) in de kabelgeleidersE(afb. 3). Bevestig de starthendel in het oogFop de rechterzijde van de duwboom. ACCU (Multiclip 46 SE) De accuvloeistof is giftig en bijtend. Ver- mijd contact met huid, ogen en kleding. Laad de accu voordat u deze de eerste keer gaat ge- bruiken 24 uur op. Meer informatie vindt u onder ONDERHOUD, ACCU. GEBRUIK VAN DE GRASMAAIER VOOR HET STARTEN VUL HET CARTER MET OLIE De grasmaaier wordt geleverd zonder olie in het motorcarter. Voordat de mo- tordeeerstekeerwordtgestartmoethet carter met olie worden bijgevuld. 1. Verwijder de oliepeilstok (afb. 5, 6, 7). 2. Vul het carter van de motor met 0,55 liter olie van goede kwaliteit (serviceklasse SE, SF of SG). Gebruik SAE 30 of SAE 10W-30 olie. 3. Vul voorzichtig tot “FULL/MAX”. Overvul niet. CONTROLEER HET OLIEPEIL Controleer voor gebruik op de oliepeilstok of het oliepeil tussen “FULL/MAX“ en “ADD/MIN“ staat. De maaier moet horizontaal staan. Verwijderdeoliepeilstokenveeghemschoon (afb. 5, 6, 7). Breng de stok weer aan en draai hem vast. Trek de stok er weer uit. Lees het oliepeil af. Als het peil te laag is, vul dan olie bij tot de marke- ring “FULL/MAX“.

6 NEDERLANDSNL DE BENZINETANK VULLEN Verwijder nooit de vuldop en vul de ma- chine nooit met benzine als de motor looptofnogwarmis. Vul de benzinetank nooit helemaal tot de rand. Laat wat ruimte over zodat de benzine nog wat kan uitzetten. Gebruik bij voorkeur milieuvriendelijke benzine, d.w.z. gealkyleerde benzine. Dit type benzine heeft een samenstelling die minder schadelijk is voor mens en milieu. Deze benzine bevat geen toevoe- gingen als lood, oxygenatoren (alcohol en ethers), alkenen en benzeen. LET OP! Als u overstapt op milieu- vriendelijke brandstof met een motor die altijd op gewone loodvrije benzine heeft gelopen (octaangehalte 95), moe- ten de aanwijzingen van de brandstoffa- brikant zorgvuldig worden opgevolgd. Er kan ook gewone loodvrije benzine met octaan- gehalte 95 worden gebruikt. Gebruik nooit twee- takt motorolie. LET OP! Denk erom dat benzine beperkt houdbaar is. Koop niet meer benzine dan u binnen 30 dagen gebruikt. MOTOR STARTEN (Briggs & Stratton) 1. Zet de grasmaaier op een vlakke en vaste onder- grond. Start niet in lang gras. 2. Zorg ervoor dat de bougiekabel is aangesloten op de bougie. 3. Als de grasmaaier is voorzien van een gashen- del, zet u dezeNin de stand volgas (afb. 8,9). 4. Koude motor starten: druk de pompballon 6 keer goed in (afb. 10, 11). Als u een warme motor start, hoeft u de pomp- ballon niet in te drukken. Als de motor gestopt is door gebrek aan brandstof, vul dan nieuwe brandstof bij en druk de pompballon 3 keer in. 5. Knijp de start/stop-beugelGtegen de duw- boom. LET OP! De start/stop-beugelGinge- drukt houden, zodat de motor niet afslaat (afb. 8, 9). 6. Om gemakkelijker te kunnen starten de duw- boom naar beneden drukken, zodat de voorste wielen iets omhoog komen. Start niet in lang gras.Multiclip 46 SPak de starthendel vast en start de motor door een snelle ruk aan het startsnoer. Multiclip 46 SE:Start de motor door de con- tactsleutel rechtsom te draaien. Laat de sleutel los wanneer de motor start. Houd de startpogin- gen altijd kort, om de accu niet uit te putten. 7. Voor de beste maairesultaten de motor altijd op volgas gebruiken. Houd handen en voeten uit de buurt van het roterende mes. Steek uw handen of voeten nooit onder de meskap of in de uitwerpopening wanneer de motor draait. STARTEN VAN DE MOTOR (Honda) 1. Zet de grasmaaier op een vlakke en vaste onder- grond. Start niet in lang gras. 2. Zorg ervoor dat de bougiekabel is aangesloten op de bougie. 3. Open de benzinekraan (afb. 12). 4. Zet de gashendelNin de chokestand . LET OP! De choke hoeft niet gebruikt te worden als de motor warm is (afb. 8). 5. Knijp de start/stop-beugelGtegen de duw- boom. LET OP! De start/stop-beugelGinge- drukt houden, zodat de motor niet afslaat (afb. 8). 6. Pak de starthendel vast en start de motor door een snelle ruk aan het startsnoer. 7. Als de motor loopt, de gashendel naar achteren bewegen tot volle kracht. LET OP! De motor altijd op volle kracht gebruiken om abnormale trillingen van de machine te voorkomen. Houd handen en voeten uit de buurt van het roterende mes. Steek uw handen of voeten nooit onder de meskap wanneer de motor draait. AANDRIJVING IN- EN UITSCHAKELEN Het inschakelen van de aandrijving wordt ge- makkelijker door het omlaag drukken van de duwboom zodat de aandrijfwielen iets losko- men van de grond.

7 NEDERLANDSNL Schakel de aandrijving in door de koppelingsbeu- gelItegen de duwboom te drukken. Ontkoppel de aandrijving door de koppelingsbeugelIlos te laten (afb. 8, 9). Door de aandrijfwielen iets van de grond te laten komen, kunt u draaien, achteruit lopen, rond bo- men maaien etc. zonder de grasmaaier uit te scha- kelen. MOTOR STOPPEN Direct na gebruik kan de motor bijzon- der heet zijn. Raak de demper, de cilin- der of de koelribben niet aan. Dit kan ernstige brandwonden veroorzaken. 1. Laat de start/stop-beugelGlos om de motor te laten stoppen (afb. 8, 9). Deze beugel niet los- maken (bijv. door deze in de ingedrukte positie tegen de duwboom vast de zetten), omdat u de motor zo niet kunt uitzetten. Honda:Sluit de brandstofkraan. 2. Als u de machine zonder toezicht achterlaat, moet u de bougiekabel losmaken van de bougie. Multiclip 46 SE:Trek ook de sleutel uit het contactslot. Wanneer de start/stopbeugel niet meer werkt, stop dan de motor door de bou- giekabel los te maken van de bougie. Breng de grasmaaier onmiddellijk naar een erkende werkplaats voor reparatie. TIPS Denk eraan, alvorens het gras gemaaid wordt, ste- nen, speelgoed en andere harde voorwerpen te ver- wijderen. Een machine met MULTICLIP-systeem maait het gras, hakt het fijn en blaast het daarna in de grasmat. Het afgeknipte gras hoeft niet verwijderd te worden. Het beste MULTILIP-effect verkrijgt u als de vol- gende regels in acht genomen worden: 1. Gebruik een hoog motortoerental (volgas). 2. Maai het gras niet te kort. Maai hoogstens 1/3 van de lengte af. 3. De onderzijde van de kap altijd schoon houden. 4. Altijd een scherp mes gebruiken.5. Maai niet als het gras nat is. Het gras blijft dan onder aan de kap plakken, waardoor het maaire- sultaat minder mooi is. MAAIHOOGTE Schakel de motor uit voordat u de maai- hoogte instelt. Stel de maaihoogte niet zo laag in dat de messen in contact komen met oneffenhe- den op de grond. De grasmaaier heeft op de voorwielen een snelin- stelling voor vier standen. Het is mogelijk de maaihoogte te variëren omdat de wielas in vier standen gezet kan worden (afb. 13). Zorg dat u alle wielen op dezelfde maaihoogte in- stelt. ONDERHOUD De motor moet altijd eerst uitgescha- keld worden en de bougiekabel moet al- tijd eerst gedemonteerd worden voordat u onderhoud aan de motor of de maai- machine uitvoert. Multiclip 46 SE: Bij onderhoud aan de motor of maaieenheid moeten de accu- contacten worden losgemaakt van de motor (afb. 4). Schakel de motor uit en demonteer de bougiekabel voordat u de grasmaaier optilt, bijv. om hem te transporteren. Als de grasmaaier gekanteld moet wor- den, moet de brandstoftank leegge- maakt worden en moet de bougie rechtop gehouden worden. SCHOONMAKEN Na ieder gebruik de grasmaaier schoonmaken. Vooral de onderkant van de kap is belangrijk. Met de tuinslang schoonspoelen. Dit verlengt de le- vensduur van de maaimachine. LET OP! U mag geen hogedrukreiniger gebruiken. Als het gras ingedroogd is, kunt u de maaikap schoonschrapen. Indien noodzakelijk kunt u de on- derzijde bijlakken om roest te voorkomen.

8 NEDERLANDSNL Maak de geluiddemper en de directe omgeving regelmatig schoon en verwij- der gras, vuil en brandbaar materiaal. LET OP! Maak een of twee keer per jaar schoon onder de kap van de transmissie. Stel de minimale maaihoogte in. Draai de schroeven los en verwij- der de kap (afb. 14). Gebruik een borstel of pers- lucht. Ieder seizoen moeten de aandrijfwielen aan de bin- nenzijde schoongemaakt worden. Verwijder het wiel, de wielkap, de schroef en de afstandsring. Verwijder met een borstel of perslucht gras en vuil van het tandwiel en de velg (afb. 15). Plaats het wiel terug. KOELSYSTEEM Het koelsysteem van de motor dient alvorens de maaier wordt gebruikt telkens te worden schoon- gemaakt. Verwijder gras, vuil e.d. van de koelrib- ben en de luchtinlaat van de cilinder. SMEREN Stel de minimale maaihoogte in. Verwijder de schroeven en de kap van de transmissie. Smeer de aandrijfas en de lagers minstens één keer per sei- zoen met olie/oliespray (afb. 16). OLIE VERVERSEN Vervang de olie wanneer de motor warm is en de benzinetank leeg is. Ter voorko- ming van brandwonden goed opletten bij het aftappen van hete olie. Vervangdeoliedeeerstekeerna5uurgebruik, daarna om de 50 werkuren of één keer per seizoen. Verwijder de oliepeilstok, laat de grasmaaier voor- over hellen en laat de olie uit de maaier in een em- mer lopen. Zorg ervoor dat de olie niet op het gras loopt. Vul nieuwe olie bij: Gebruik SAE 30 of SAE 10W- 30 olie. Het carter heeft een inhoud van 0,55 liter. Vul olie bij tot de markering FULL/MAX op de oliepeilstok. Overvul niet. LUCHTFILTER Een vervuild luchtfilter vermindert het motorver- mogen en veroorzaakt slijtage aan de motor. Briggs & Stratton LS 45:De luchtreiniger voor- zichtig demonteren, zodat er geen vuil in de carbu- rateur valt (afb. 17). Verwijder het schuimplastic filter en reinig het met vloeibaar schoonmaakmid-del en water. Het filter drogen. Giet wat olie op het filter en knijp het erin. De luchtreiniger weer mon- teren. Reinig het filter eens in de drie maanden of steeds na 25 werkuren, al naar gelang wat zich het eerste voordoet. Vaker als u de grasmaaier op een stoffige ondergrond gebruikt. Briggs & Stratton ES 45:Draai de schroef los en klap het deksel van de luchtreiniger open. Verwij- der voorzichtig het filter (fig. 18). Klop het voor- zichtig tegen een vlak oppervlak. Vervang het filter als het dan nog vuil is. Reinig het filter eens in de drie maanden of steeds na 25 werkuren, al naar gelang wat zich het eerste voordoet. Vaker als u de grasmaaier op een stoffige ondergrond gebruikt. Honda:Verwijder het deksel en neem het filter uit (afb. 19). Controleer het filter zorgvuldig op gaten of beschadigingen. Een defect of beschadigd filter moet vervangen worden. Om vuil te verwijderen, klopt u het filter verschei- denemalentegeneenhardoppervlakofblaastu met perslucht vanaf de achterzijde van het filter. Probeer het filter niet schoon te borstelen, aange- zien hierdoor vuil in de vezels komt. Een zeer vuil filter dient te worden vervangen. Reinig het luchtfilter na 25 werkuren of één keer per seizoen. Vaker als u de grasmaaier op een stof- fige ondergrond gebruikt. BOUGIE De bougie of bougiekabel niet verwijde- renalsuwiltzienofereenvonkop- treedt. Gebruik altijd een goedgekeurd testgereedschap. Maak met regelmatige tussenpozen de bougie schoon (iedere 100 bedrijfsuren). Gebruik daar- voor een staalborstel. Stel de juiste elektrodeaf- stand in (afb. 20). Verwissel de bougie als de elektroden al te veel verbrand zijn of als de bougie beschadigd is. De aanbevelingen van de motorfabrikant: Briggs & Stratton:Champion J19LM (RJ19LM), elektrodeafstand 0,75 mm. Honda:BPR6ES (NGK), Elektrodeafstand 0,7-0,8 mm.

9 NEDERLANDSNL ACCU (Multiclip 46 SE) De accuvloeistof is giftig en bijtend. Ver- mijd contact met huid, ogen en kleding. Bij normaal gebruik in het maaiseizoen wordt de accu opgeladen door de motor. Als de motor niet gestart kan worden met de contactsleutel, kan de oorzaak een lege accu zijn. Sluit de accu aan op de acculaderenlaaddeaccu24uurop(afb.4).Alsde accu is opgeladen, de accucontacten aansluiten op de motor. LET OP! De acculader mag niet direct op het aan- sluitcontact van de motor worden aangesloten. Het is niet mogelijk de motor te starten met de accula- der. De motor en acculader kunnen beschadigd ra- ken. WINTERSEIZOEN Zet de grasmaaier in de winter met opgeladen accu op een droge en koele plaats (tussen 0°C en +15°C). De accu moet minimaal één keer per win- terseizoen worden opgeladen. Vóór het begin van het seizoen de accu nogmaals 24 uur opladen. KOPPELINGSKABEL AFSTELLEN Wanneer de aandrijving niet wordt ingeschakeld wanneer de koppelingsbeugel tegen de duwboom wordt geknepen, of wanneer de maaier als traag of langzaam wordt ervaren, kan de oorzaak zijn dat de koppeling in de transmissie slipt. Om dit te her- stellen, moet u de koppelingskabel afstellen. Zo gaat u te werk: 1. Wanneer de koppelingsbeugel is losgelaten moet de machine zonder weerstand kunnen rol- len. Als dat niet het geval is, schroef dan stel- nippelTin totdat de machine kan rollen (afb. 21). 2. Als de koppelingsbeugel ong. 2 cm (stand 1) wordt in- gedrukt, moet er weerstand zijn als de grasmaaier vooruit wordt geduwd. Met de beugel geheel ingedrukt (stand 2) zou rollen niet moeten gaan. Schroef de stelnippelThele- maal uit tot deze stand is be- reikt. VERWISSELEN VAN DE MESSEN Gebruik werkhandschoenen bij het ver- wisselen van de messen: deze zijn scherp! Botte en beschadigde messen trekken aan het gras en geven een lelijk maairesultaat. Nieuwe scherpe messen snijden het gras. Het resultaat is een groen en fris uitziend gazon. Controleer de messen altijd als deze ergens tegen hebben gestoten. Verwijder eerst de bougiekabel. Als de messen zijn beschadigd, moeten de bescha- digde onderdelen worden vervangen. Gebruik al- tijd originele reserveonderdelen. Maak de schroef los om het mes te vervangen. Monteer het nieuwe mes zo dat het gestanste STI- GA-logo naar boven naar de mesbevestiging ge- richt is (niet naar het gras). Plaats de ring en de schroef. Draai de schroef stevig vast. Aanhaalmo- ment 40 Nm (afb. 22). Bij het vervangen van een mes moet ook de mes- bout worden vervangen. Valt niet onder garantie: schade veroorzaakt door het maaien tegen harde voorwerpen. Bij het vervangen van messen, meshouders en mesbouten altijd originele reserveonderdelen ge- bruiken. Niet-originele reserveonderdelen kunnen verwondingen veroorzaken, ook al passen ze in de machine. MESSEN SLIJPEN Eventuele slijpwerkzaamheden moeten worden uitgevoerd op een wet- of slijpsteen (nat slijpen). Uit veiligheidsoverwegingen mag het mes niet worden geslepen op een amarilschijf. Een te hoge temperatuur kan het mes broos maken. Na het slijpen moet het mes uitgebalan- ceerd worden om schade door trillingen te voorkomen. OPBERGEN WINTERSEIZOEN Maak de brandstoftank leeg. Start de motor en laat die lopen totdat hij afslaat. Dezelfde benzine mag niet meer dan één maand in de tank blijven.

10 NEDERLANDSNL Kantel de maaier en draai de bougie eruit. Giet een lepel motorolie in het bougiegat. Trek langzaam de starthendel uit, zodat de olie zich door de motor kan verspreiden. Bougie opnieuw plaatsen. Maak de grasmaaier goed schoon en zet hem bin- nen op een droge plaats. ONDERHOUD Originele reserveonderdelen worden geleverd door servicewerkplaatsen en een groot aantal deal- ers. Eenlijstvandezedealersenwerkplaatseniste vinden op de website van STIGA:www.sti- ga.com.