Stiga Lawn Tractor 8211 0007 80w Diesel 4wd Operators Manual
Have a look at the manual Stiga Lawn Tractor 8211 0007 80w Diesel 4wd Operators Manual online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 5898 Stiga manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.

91 NEDERLANDSNL 5. Zet het gaspedaal in de voorste stand door het te blokkeren met een houten wig. Zie afb. 21. Vul het oliereservoir handmatig met nieuwe olie. 6. Laat de motor een minuut in de stand vooruit draaien. 7. Verwijder de houten wig en zet het gaspedaal in de stand achteruit. Ga door met het bijvullen van de olie. 8. Laat de motor een minuut in de stand achteruit draaien. 9. Verander de rijrichting elke minuut, zoals hier- boven is aangegeven, en ga door met het bijvul- len van de olie tot het borrelen in het reservoir stopt. 10.Zet de motor uit, plaats het kapje van het oliere- servoir en sluit de motorkap. 11.Maak een proefritje van enkele minuten en pas zonodig het olieniveau aan. 5.9 RiemtransmissiesControleer na 5 werkuren of alle riemen intact en onbeschadigd zijn. 5.10 BesturingDe besturing moet na 5 werkuren worden gecon- troleerd/afgesteld en vervolgens na elke 100 wer- kuren. 5.10.1Controles Draai het stuur kort heen en weer. Er mag geen speling in de stuurkettingen zitten. 5.10.2Afstelling Stel indien nodig de stuurkettingen als volgt af: 1. Zet de machine in de recht vooruit-stand. 2. Stel de stuurkettingen af met de twee moeren onder het middelpunt. Zie afb. 22. 3. Draai beide moeren evenveel tot er geen speling meer is. 4. Rijd de machine recht vooruit en controleer of het stuur recht staat. 5. Als het stuur verdraaid staat, maakt u de ene moer losser en de andere vaster. Span de stuurkettingen niet te strak aan. Daardoor wordt het sturen zwaarder en neemt de slijtage van de kabels toe. 5.11 Accu Als u het zuur in uw ogen of op uw huid krijgt, kan dit ernstig letsel veroorza- ken. Als er zuur op uw lichaam terecht- komt, moet u het betreffende lichaamsdeel onmiddellijk afspoelen met een ruime hoeveelheid water en zo snel mogelijk medische hulp zoeken.De accu wordt gereguleerd door kleppen en geeft een uitgangsspanning van 12 V. De accuvloeistof kan en mag niet worden gecontroleerd of aange- vuld. U hoeft de accu alleen maar op te laden, bij- voorbeeld als u deze lang niet hebt gebruikt. De accu moet volledig zijn opgeladen voordat u deze voor de eerste keer gaat gebruiken. De accu moet altijd volledig opgeladen worden bewaard, anders kan deze beschadigd raken. 5.11.1 Accu opladen met motor De accu kan als volgt worden opgeladen met de dynamo van de motor. 1. Plaats de accu in de machine zoals hieronder af- gebeeld. 2. Zet de machine buiten of zorg dat de uitlaatgas- sen kunnen worden afgevoerd. 3. Start de motor volgens de instructies in de hand- leiding. 4. Laat de motor 45 minuten lopen. 5. Zet de motor af. De accu is nu volledig opgela- den. 5.11.2 Accu opladen met oplader Als de accu wordt opgeladen met een oplader, dient deze een constante spanning te hebben. Neem contact op met uw leverancier voor een der- gelijke oplader. De accu kan beschadigd raken als er een stan- daard oplader wordt gebruikt. 5.11.3 Verwijderen/Plaatsen De accu zit onder de motorkap. Bij het verwijderen of plaatsen van de accu, dient u rekening te houden met het volgende: • Bij het verwijderen. Maak eerst de zwarte kabel los van de negatieve accuklem (-). Maak daarna de rode kabel los van de positieve accuklem (+). • Bij het plaatsen. Sluit eerst de rode kabel aan op de positieve accuklem (+). Sluit dan de zwarte kabel aan op de negatieve accuklem (-). Als u de kabels niet in de goede volgor- de aansluit of losmaakt, kan er kortslui- ting ontstaan en kan de accu beschadigd raken. Als u de kabels verwisselt, raken de dy- namo en de accu beschadigd. De accu moet altijd aangesloten zijn als u de motor wilt laten lopen. Anders kunnen de dynamo en het elektrische systeem beschadigd raken. 5.11.4 Reiniging Indien de accupolen geoxideerd zijn, moeten deze schoongemaakt worden. Reinig de accupolen met een staalborstel en smeer ze in met vet.

92 NEDERLANDSNL 5.12 Luchtfilter, motorDoor een kapot luchtfilter kan er ver- vuilde lucht in de motor komen. Hier- door kan er serieuze schade aan de motor ontstaan. Het luchtfilter moet na elke 50 draaiuren worden gereinigd. Het luchtfilter moet indien nodig wor- den vervangen, of na elke 500 draaiuren. LET OP! Indien de machine in een stoffige omge- ving wordt gebruikt, dient u het luchtfilter vaker te reinigen/vervangen. Het verwijderen/installeren van het luchtfilter gaat als volgt. 1. Maak de behuizing van het spatbescherming los (23:G) door de schroeven (23:K) los te draaien. 2. Maak voorzichtig de behuizing van het luchtfil- ter schoon. 3. Maak de behuizing van het luchtfilter los door de vleugelmoer los te draaien (23:H). 4. Verwijder het filter (24:I) door de geribbelde moer los te draaien (24:J). Richt de stroom van perslucht nooit op een persoon, want lucht in de bloed- baan kan dodelijk zijn. 5. Reinig het filter en verwijder vuil door pers- lucht in en uit het filter te blazen. De druk mag niet hoger zijn dan 5 bar. Controleer of er na het reinigen scheuren of an- dere beschadigingen zijn ontstaan. U kunt dit controleren door het filter tegen het licht te hou- den. Controleer of het oppervlak van het filter is be- schadigd. Als het filter is beschadigd moet u het vervan- gen. Als het filter door vocht of oliehoudende resten is vervuild moet het worden vervangen. 6. Monteer alles weer in omgekeerde volgorde. Gebruik geen perslucht of op petroleum gebaseer- de oplosmiddelen, zoals kerosine, om de papieren filterinzet te reinigen. Dit kan het filter beschadi- gen. 5.13 LuchtinlaatZie 10:W. De motor is luchtgekoeld. Door een ver- stopt koelsysteem kan de motor beschadigd raken. Reinig de luchtinlaat van de motor na elke 50 wer- kuren. Het koelsysteem wordt bij elke basic servi- ce nauwkeurig gereinigd. 5.14 SmerenAlle smeerpunten in onderstaande tabel moeten na elke 50 werkuren en na elke wasbeurt worden ge- smeerd. 5.15 ZekeringenAls een van de onderstaande problemen optreedt, moet u de betreffende zekering vervangen. Zie afb. 29/30. 6 OCTROOI - ONTWERPREGIS-TRATIE Deze machine of onderdelen van deze machine valt/vallen onder de volgende octrooi- en ontwer- pregistratie: SE9901091-0, SE9901730-3, SE9401745-6, US595 7497, FR772384, DE69520215.4, GB772384, SE0301072-5, SE04/000239 (PCT), SE0401554-1, SE0501599-5. GGP behoudt zich het recht voor zonder vooraf- gaande aankondiging wijzigingen in het product aan te brengen. Onderdeel Actie Afb. Wiellager 2 smeernippels. Gebruik een smeerpistool met universeel vet. Pomp tot het vet eruit komt.25 Middelpunt 4 smeernippels. Gebruik een smeerpistool met universeel vet. Pomp tot het vet eruit komt.26 Stuurkettin- genReinig de kettingen met een staalborstel. Smeer de kettingen met univer- sele kettingspray.- Spannings- armenSmeer de lagerpunten met een oliehouder terwijl alle regelaars zijn geactiveerd. Dit werkt het beste met twee per- sonen.27 Bedienings- kabelsSmeer de uiteinden van de kabels met een oliehouder terwijl alle regelaars zijn geactiveerd. Dit moet worden gedaan door twee personen.28 Probleem Zekering De motor start niet of slaat meteen weer af. De accu is opgeladen.10 A De zandstrooier en elektrische maai- hoogte-instelling werken niet.20 A Geen enkele elektrische functie werkt. De accu is opgeladen.30 A

www.stiga.com GGP Sweden AB · Box 1006 · SE-573 28 TRANÅS