Home > Stiga > Lawn Mower > Stiga Lawn Mower PARK 4WD, PRO 25, PRO 20, PRO 16 PRESTIGE Instructions Manual

Stiga Lawn Mower PARK 4WD, PRO 25, PRO 20, PRO 16 PRESTIGE Instructions Manual

    Download as PDF Print this page Share this page

    Have a look at the manual Stiga Lawn Mower PARK 4WD, PRO 25, PRO 20, PRO 16 PRESTIGE Instructions Manual online for free. It’s possible to download the document as PDF or print. UserManuals.tech offer 5898 Stiga manuals and user’s guides for free. Share the user manual or guide on Facebook, Twitter or Google+.

    							91
    NEDERLANDSNL
    7. Alleen bij Pro20 en Pro25: maak rond het filter 
    van het hydraulische circuit schoon en demon-
    teer het filter. Zie afb. 18:A.
    8. Laat alle olie in de opvangbak lopen.
    9. Lever de olie in voor verwerking volgens de 
    plaatselijke wetgeving.
    5.7.3 Tankfilter schoonmaken
    1. Druk de behuizing van de filter (25:F) naar be-
    neden in de bovenkant van de tank en verplaats 
    hem naar het gat ervoor.
    2. Trek de filterbehuizing met het filter en de veer 
    omhoog.
    3. Trek het filter (25:G) uit de behuizing.
    4. Maak het filter schoon met een geschikt oplos-
    middel en perslucht.
    5. Controleer of de rubberen pakking (25:H) onder 
    in het filter intact is.
    6. Plaats het filter en de veer terug in de behuizing. 
    Druk het filter in de behuizing tot het op zijn 
    plaats klikt.
    7. Plaats de eenheid terug in de tank. Het bovenste 
    deel van de filterbehuizing moet in de juiste po-
    sitie klikken in de sleuf bovenin de tank.
    5.7.4 Vullen
    1. Controleer of de pakkingen op de 4 aftapplug-
    gen intact zijn. Zie afb. 22. Plaats de pluggen te-
    rug. Aanhaalmoment: 15-17 Nm.
    2. Rol de machine van het blok zodat het rechter-
    achterwiel zich op dezelfde hoogte bevindt als 
    de andere wielen.
    3. Alleen van toepassing voor Pro20 en Pro25: be-
    vochtig de pakking van het nieuwe filter met 
    olie en installeer het filter. Zie afb. 18:A.
    4. Vul het oliereservoir met de nieuwe olie.
    5. Controleer of de koppelingshendel (7:R) in de 
    buitenste stand (rijstand) staat.
    Als de motor binnen moet draaien, 
    dient u ervoor te zorgen dat uitlaatgas-
    sen kunnen worden afgevoerd.
    6. Zet een geschikt vat met de nieuwe olie klaar.
    LET OP! De olie wordt zeer snel het systeem 
    ingezogen. Zorg dat het reservoir altijd vol 
    is. Zorg dat er nooit lucht naar binnen gezo-
    gen wordt. 
    7. Vul het oliereservoir met nieuwe olie.
    8. Start de motor en laat deze stationair draaien. 
    Vul de olie in het reservoir geleidelijk bij zodat 
    het niveau constant op de juiste hoogte blijft.
    9. Plaats de vuldop van de olietank terug en sluit 
    de motorkap.
    10.Plaats de kleppen van de aandrijfassen terug, 
    zoals aangegeven in afb. 24.11.Rijd de machine 8-10 meter vooruit en 8-10 
    meter achteruit. Als de machine van hydrauli-
    sche stuurbekrachtiging is voorzien, moet u te-
    gelijkertijd de stuurblokkering volledig 
    inschakelen.
    12.Als de machine voorzien is van een hydrauli-
    sche gereedschapslift, brengt u deze 3-4 keer 
    omhoog en omlaag.
    13.Pas het oliepeil in het reservoir aan.
    5.8 RiemtransmissiesControleer na 5 werkuren of alle riemen intact en 
    onbeschadigd zijn.
    5.9 BesturingDe besturing moet na 5 werkuren worden gecon-
    troleerd/afgesteld en vervolgens na elke 100 wer-
    kuren.
    5.9.1 Controles
    Draai het stuur kort heen en weer. Er mag geen 
    speling in de stuurkettingen zitten.
    5.9.2 Afstelling
    Stel indien nodig de stuurkettingen als volgt af:
    1. Zet de machine in de recht vooruit-stand.
    2. Stel de stuurkettingen af met de twee moeren 
    onder het middelpunt. Zie afb. 29.
    3. Draai beide moeren evenveel tot er geen speling 
    meer is.
    4. Rijd de machine recht vooruit en controleer of 
    het stuur recht staat.
    5. Als het stuur verdraaid staat, maakt u de ene 
    moer losser en de andere vaster.
    Span de stuurkettingen niet te strak aan. Daardoor 
    wordt het sturen zwaarder en neemt de slijtage van 
    de kabels toe.
    5.10 Accu
    Als u het zuur in uw ogen of op uw huid 
    krijgt, kan dit ernstig letsel veroorza-
    ken. Als er zuur op uw lichaam terecht-
    komt, moet u het betreffende 
    lichaamsdeel onmiddellijk afspoelen 
    met een ruime hoeveelheid water en zo 
    snel mogelijk medische hulp zoeken.
    De accu wordt gereguleerd door kleppen en geeft 
    een uitgangsspanning van 12 V. De accuvloeistof 
    kan en mag niet worden gecontroleerd of aange-
    vuld. U hoeft de accu alleen maar op te laden, bij-
    voorbeeld als u deze lang niet hebt gebruikt.
    De accu moet volledig zijn opgeladen 
    voordat u deze voor de eerste keer gaat 
    gebruiken. De accu moet altijd volledig 
    opgeladen worden bewaard, anders 
    kan deze beschadigd raken.  
    						
    							92
    NEDERLANDSNL
    5.10.1 Accu opladen met motor
    De accu kan als volgt worden opgeladen met de 
    dynamo van de motor.
    1. Plaats de accu in de machine zoals hieronder af-
    gebeeld.
    2. Zet de machine buiten of zorg dat de uitlaatgas-
    sen kunnen worden afgevoerd.
    3. Start de motor volgens de instructies in de hand-
    leiding.
    4. Laat de motor 45 minuten lopen.
    5. Zet de motor af. De accu is nu volledig opgela-
    den.
    5.10.2 Accu opladen met oplader
    Als de accu wordt opgeladen met een oplader, 
    dient deze een constante spanning te hebben.
    Neem contact op met uw leverancier voor een der-
    gelijke oplader.
    De accu kan beschadigd raken als er een stan-
    daard oplader wordt gebruikt. 
    5.10.3 Verwijderen/Plaatsen
    De accu zit onder de tank. Om bij de accu te kun-
    nen komen, demonteert u eerst de benzinetank als 
    volgt:
    1. Verwijder de motorkap.
    2. Sluit de benzinekraan, zie 15.
    3. Schroef de twee vleugelmoeren (18:B) los en 
    verwijder de klemmen.
    4. Til de benzinetank voorzichtig uit de  machine.
    Bij het verwijderen of plaatsen van de accu dient u 
    rekening te houden met het volgende:
    • Bij het verwijderen. Maak eerst de zwarte kabel 
    los van de negatieve accuklem (-). Maak daarna 
    de rode kabel los van de positieve accuklem (+).
    • Bij het plaatsen. Sluit eerst de rode kabel aan op 
    de positieve accuklem (+). Sluit dan de zwarte 
    kabel aan op de negatieve accuklem (-).
    Als u de kabels niet in de goede volgor-
    de aansluit of losmaakt, kan er kortslui-
    ting ontstaan en kan de accu 
    beschadigd raken.
    Als u de kabels verwisselt, raken de dy-
    namo en de accu beschadigd.
    De accu moet altijd aangesloten zijn als 
    u de motor wilt laten lopen. Anders 
    kunnen de dynamo en het elektrische 
    systeem beschadigd raken.
    Als de accu is teruggeplaatst, installeert u de ben-
    zinetank als volgt:
    Controleer of de benzineslang niet klem 
    zit tegen de hydraulische pomp en deze 
    niet aanraakt. De hydraulische pomp 
    wordt zeer warm tijdens gebruik. 
    Brandgevaar.1. Plaats de benzinetank op de bevestiging. Zorg 
    dat de benzineslang de hydraulische pomp niet 
    aanraakt.
    2. Installeer de klemmen en draai de vleugelmoe-
    ren vast (18:B).
    5.10.4 Reiniging
    Indien de accupolen geoxideerd zijn, moeten deze 
    schoongemaakt worden. Reinig de accupolen met 
    een staalborstel en smeer ze in met vet.
    5.11 Luchtfilter, motor
    5.11.1 Luchtfilter (Pro16, Pro20)
    Het voorfilter (schuimplastic filter) moet na 25 
    werkuren worden gereinigd/vervangen.
    Het luchtfilter (papierfilter) moet na 100 werkuren 
    worden gereinigd/vervangen.
    LET OP! Reinig/vervang beide filters vaker indien 
    de machine in stoffige omstandigheden moet wer-
    ken.
    Verwijder/installeer de luchtfilters als volgt:
    1.  Maak voorzichtig schoon rond de luchtfilter-
    kap.
    2. Demonteer de luchtfilterkap (26:A) door de 
    twee klemmen te verwijderen. 
    3.  Demonteer het filter (26:B). Het voorfilter 
    wordt over het luchtfilter geplaatst. Zorg ervoor 
    dat de carburateur niet vuil wordt. Maak de be-
    huizing van het luchtfilter schoon.
    4. Maak het papierfilter schoon door er zachtjes 
    mee tegen een plat oppervlak te tikken. Indien 
    het filter erg vuil is, moet het worden vervan-
    gen.
    5. Reinig het voorfilter. Indien het filter erg vuil is, 
    moet het worden vervangen.
    6. Monteer alles weer in omgekeerde volgorde.
    Bij het schoonmaken van de behuizing van het pa-
    pierfilter mogen geen perslucht of oplosmiddelen 
    op basis van petroleum worden gebruikt. Hierdoor 
    raakt het filter beschadigd.
    Gebruik geen perslucht bij het schoonmaken van 
    de behuizing van het papierfilter. Het papierfilter-
    huis mag niet met olie worden ingesmeerd. 
    5.11.2 Luchtfilter (Prestige, Pro25)
    Het voorfilter (schuimplastic filter) moet na 25 
    werkuren worden gereinigd.
    Het luchtfilter (papierfilter) moet na 100 werkuren 
    worden vervangen.
    LET OP! Reinig/vervang beide filters vaker indien 
    de machine in stoffige omstandigheden moet wer-
    ken.
    Verwijder/installeer de luchtfilters als volgt:
    1.  Maak voorzichtig schoon rond de luchtfilter-
    kap. 
    						
    							93
    NEDERLANDSNL
    2. Demonteer de luchtfilterkap (27, 28:A) door de 
    schroef (27, 28:B) los te draaien. 
    3. Demonteer de filters. Het voorfilter (27, 28:C) 
    wordt over het luchtfilter (27, 28:D) geplaatst. 
    Zorg ervoor dat de carburateur niet vuil wordt. 
    Maak het luchtfilterhuis schoon.
    4.  Reinig het voorfilter (27, 28:C) in vloeibaar 
    schoonmaakmiddel en water. Wring het filter 
    uit tot het droog is. Giet een beetje olie op het 
    filter en knijp de olie erin.
    5. Monteer alles weer in omgekeerde volgorde. 
    Controleer of de rubberen afdichting (27, 28:E) 
    niet is beschadigd. Vervang de afdichting in-
    dien nodig.
    5.12 BougieDe bougie(s) moet(en) na elke 2000 werkuren 
    worden vervangen (=bij elke tweede basic servi-
    ce).
    Gebruik de meegeleverde bougie. 
    Maak schoon rond de bevestiging van de bougie 
    voordat u deze losmaakt.
    Bougie
    : Champion RC12YC of gelijkwaardig.
    Afstand elektroden: 0,75 mm.
    5.13 LuchtinlaatZie 11, 12, 13:W. De motor is luchtgekoeld. Door 
    een verstopt koelsysteem kan de motor beschadigd 
    raken. Reinig de luchtinlaat van de motor na elke 
    50 werkuren. Het koelsysteem wordt bij elke basic 
    service nauwkeurig gereinigd.
    5.14 SmerenAlle smeerpunten in onderstaande tabel moeten na 
    elke 50 werkuren en na elke wasbeurt worden ge-
    smeerd.
    5.15 ZekeringenAls een van de onderstaande problemen optreedt, 
    moet u de betreffende zekering vervangen. Zie afb. 
    14.
    6 OCTROOI - ONTWERPREGIS-TRATIE
    Deze machine of onderdelen van deze machine 
    valt/vallen onder de volgende octrooi- en ontwer-
    pregistratie:
    SE9901091-0, SE9901730-3, SE9401745-6, 
    US595 7497, FR772384, DE69520215.4, 
    GB772384, SE0301072-5, SE04/000239 (PCT), 
    SE0401554-1.
    GGP behoudt zich het recht voor zonder vooraf-
    gaande aankondiging wijzigingen in het product 
    aan te brengen.  Onderdeel Actie Afb.
    Wiellager 2 smeernippels. Gebruik een 
    smeerpistool met universeel vet. 
    Pomp tot het vet eruit komt.32
    Middelpunt 4 smeernippels. Gebruik een 
    smeerpistool met universeel vet. 
    Pomp tot het vet eruit komt.30
    Stuurkettin-
    genReinig de kettingen met een 
    staalborstel.
    Smeer de kettingen met univer-
    sele kettingspray.-
    Spannings-
    armenSmeer de lagerpunten met een 
    oliehouder terwijl alle regelaars 
    zijn geactiveerd. 
    Dit werkt het beste met twee per-
    sonen.33
    Bedienings-
    kabelsSmeer de uiteinden van de kabels 
    met een oliehouder terwijl alle 
    regelaars zijn geactiveerd. 
    Dit moet worden gedaan door 
    twee personen.31
    Probleem Zekering
    De motor start niet of slaat meteen 
    weer af. De accu is opgeladen.10 A
    De zandstrooier en elektrische maai-
    hoogte-instelling werken niet.
    (Niet van toepassing voor de Prestige)20 A
    Geen enkele elektrische functie 
    werkt. De accu is opgeladen.30 A 
    						
    							www.stiga.com
    GGP Sweden AB · Box 1006 · SE-573 28 TRANÅS 
    						
    All Stiga manuals Comments (0)

    Related Manuals for Stiga Lawn Mower PARK 4WD, PRO 25, PRO 20, PRO 16 PRESTIGE Instructions Manual